Na Henri Van Bever (104) en Kamiel Bauwens (101) beiden ondertussen overleden, heeft de gemeente Vlierzele opnieuw een eeuweling in zijn rangen. Roger De Knijf, vroeger woonachtig op ‘Den Dries’ maar die verblijft in het rust- en verzorgingscentrum Ter Kimme vierde op donderdag 14 september zijn honderdste verjaardag en deed de groeten aan alle “Vlierzeelse beren”. Vandaag werd het een dag van huldigingen voor Roger. Zo kwam het schepencollege hulde brengen en hun felicitaties overmaken met gepaste geschenken. Ook vanuit het Koninklijk Paleis kreeg Roger de gelukwensen. Het zangkoor Sint-Cecilia uit Vlierzele waarvan Roger één van de stichters van was en zovele jaren lid was zorgde voor de muzikale noot. Iets waar Roger met volle teugen van genoot en zelfs de liederen die hij kende met volle borst nog meezong. Tevens kwam ook het bestuur van de Oudstrijdersbond Groot-Houtem langs om ‘hun’ kapitein een groet te brengen. Roger was 34 jaar lang vaandeldrager afdeling Vlierzele. Een taak die hij met hart en ziel maar vooral met grote eer voor zijn vaderland uitoefende.
Roger, geboren in Bavegem op 14 september 1923 en gehuwd met Angèle Ugau (overleden op 25 februari 2003) telde een kroostrijk gezin van tien kinderen. Ondertussen heeft hij 17 kleinkinderen en 23 achterkleinkinderen zonder de partners bijgerekend. “De samenleving was in de jaren 1930 een totaal andere samenleving dan wat we vandaag kennen, er was toen absoluut geen sprake van “de wereld is onze thuis” Integendeel de mensen leefden in kleine familiekring en in een parochie. De Kerk speelde nog een belangrijke rol in de toenmalige samenleving. “Iedereen kende iedereen in Bavegem mijn geboortedorp, en na de gemeenteschool doorlopen te hebben, was het voor vele jonge gasten gedaan met schoollopen en werd de schoolboekentas ingeruild voor “kanaseire” om naar het werk te gaan in de fabriek of om een stiel te leren. Veel kinderen liepen school, enkel in het lager onderwijs”…
Ik werkte bij een bakker en voerde de bestellingen rond met een bakfiets, een zwaar karwei want ik was niet van de grootste… met vele werkuren per dag. Toen mijn vader Victor hertrouwde (na de dood van mijn moeder) kwam ik in een ander gezin terecht. Ik heb daar niet de beste herinneringen aan. Op den Dries in Vlierzele woonde een schoon meiske Angele, we trouwden en ik ging bij haar inwonen, ook haar moeder woonde er. Het was de tijd voor dat de Belgische televisie uitzendingen hadden, maar er was wel de radio van de BRT. Wat we toen konden aanschaffen was een telefoon met draaischijf, van kleurentelevisie, fax, GSM, internet was toen helemaal geen sprake.
De oorlogsjaren hebben grote indruk gemaakt op mij als jonge kerel. Samen met mijn vader moesten wij als opgeëisten gaan werken in Frankrijk. Het was veel en hard werk, we moesten met veel anderen werken aan de aanleg van een vliegveld. Veel eten hadden we niet. Het was een tijd van grote miserie. Aan het einde van de oorlog stapte ik in het Belgisch leger als oorlogsvrijwilliger, er werd toen al veel gepraat over het verlies van het Duitse leger, de toenmalige bezetter. Na de oorlog werd ik lid van de afdeling NSB van Vlierzele (Oud-Strijders) en ieder jaar werd onze NSB-afdeling kleiner, ik was fier om “vaandeldrager” te zijn als oorlogsvrijwilliger voor groot Houtem en ik heb dat 34 jaar gedaan. Na de oorlogsjaren was er veel vraag naar arbeiders. Autobouwer Citroën in Vorst (Brussel) zocht veel “werkmannen”, ik ging er aan de slag en werd later ook delegee voor de Christelijke arbeidersbeweging in de fabriek. In Vlierzele was ik actief in talrijke christelijke verenigingen, zoals het Zangkoor St. Cecilia, KWB (met Rome-reis), en het ACV en de Christelijke Volkspartij. Intussen liepen er in mijn gezin reeds verschillende jonge spruiten rond, en om wat centen bij te verdienen begon ik thuis met het kweken van kippen. De eieren werden verkocht in Aalst en omstreken, en één keer per week werd de lading eieren op de motor geladen richting Aalst. Later werd de motor ingeruild voor een auto en dat was een stuk comfortabeler.
Mijn hoofdberoep in de Citroën Fabriek werd ingeruild voor een aanbod bij busfirma Van Den Bossche uit Herzele. Aanvankelijk reed ik met de lijnbus Gent-Herzele-Geraardsbergen. Na een paar jaar rijden met de lijnbus, moedigde de baas van de busfirma mij aan om over te schakelen naar het toerisme. Met de bus reizen maken en mensen een plezierige reis bezorgen, dat was nu alles wat ik mij kon wensen… en ik kon goed zingen en voor plezier zorgen, en ik was een goede chauffeur (‘k heb nooit een accident gehad met de bus en ik heb duizenden kilometers gereden in Europa). Voor mijn vrouw was het niet zo een gemakkelijke periode omdat ik vaak twee weken van huis weg was. Maar intussen waren er al grotere kinderen die moeder konden helpen met huishoudelijk werk, en met het verzorgen van de kippen. Het huis werd te klein en we moesten een stuk bijbouwen.
Ik was nog steeds actief in enkele sociale verenigingen in Vlierzele en Papegem, en organiseerde verschillende “bedevaartreizen” met de bus, in het binnenland maar ook in het buitenland. De gezondheid van mijn vrouw ging sterk achteruit, zij zorgde jarenlang voor het huishouden en de tien kinderen. Het overlijden van mijn echtgenote was voor mij en de kinderen een zwaar verlies. De jaren vlogen voorbij en voor ik het goed besefte was de pensioenleeftijd aangebroken. Dat was voor mij geen periode om stil te zitten, niet op beroepsvlak maar ook niet op privé vlak, want regelmatig stak ik een handje toe in de garage van mijn zoon en deed af en toe nog eens een busreis. Maar niemand blijft eeuwig jong en ook mijn gezondheid ging sterk achteruit (na verschillende ziekenhuisopnames). Ik herinner me uit mijn jeugdjaren, dat mijn ouders schrik hadden van de “Spaanse griep” en nu heb ik “corona” overleefd…
Het woonhuis op de Dries in Vlierzele kon ik nog moeilijk alleen onderhouden, de kinderen hadden hun eigen weg gezocht, dus besloot het huis te verkopen en trok ik naar Ter Kimme (St. Lievens-Houtem) in het zogenaamde bijgebouw met woonhuisjes voor mensen die nog voor zichzelf konden zorgen. Een moment van groot verdriet was toen ik moeilijkheden begon te krijgen met mijn ogen. Ik zag niet meer zo goed uit één oog en heb toen het advies van mijn kinderen en huisdokter opgevolgd, om niet meer met de auto te rijden. Als beroepschauffeur was dat voor mij een zware klap…!
In “Ter Kimme” ben ik gebleven, weliswaar verhuisde ik na jaren, naar het hoofdgebouw, want zelfstandig wonen werd steeds moeilijker. Ook mijn zus Bertha woonde in “Ter Kimme”, ze werd 102 jaar. Zelf heb ik nooit gedacht dat ik een eeuweling zou worden… Als ge mij nu vraagt hoe je zo oud kunt worden, wel het zit wellicht in de genen… maar toch kun je zelf ervoor zorgen dat je gezond leeft en positief denkt over je leven hier…”.
Wij brengen graag onze gelukwensen over aan de jarige en wensen hem nog mooie jaren toe en dit in een goede gezondheid! Proficiat aan de hele familie!
(Foto: Guy Coppens)