De Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed, Matthias Diependaele, kent een erfgoedpremie standaardprocedure toe van 150.000 euro voor de restauratie van het Oud-Schepenhuis in Aalst. ‘Het Oud-Schepenhuis op de Grote Markt van Aalst bestaat uit drie gebouwen: het schepenhuis, de belforttoren en het gebiedshuisje. Het in 1225 opgerichte schepenhuis is het oudst bewaarde schepenhuis van de vroegere Nederlanden. Ik ben dan ook heel tevreden dat de stad Aalst er goed zorg voor draagt.’, aldus de minister van Onroerend Erfgoed.
Elke maand gaat de vergadering van de gemeenteraad door in het belfort. Het is de bedoeling om het belfort en het schepenhuis meer voor het publiek open te stellen. Ook de museumfunctie die het gebouw heeft wordt in de toekomst uitgebreid.
In een eerste fase wordt het buitenschrijnwerk plaatselijk hersteld of indien in te slechte toestand gereconstrueerd naar bestaand historisch model. Ook het glas-in-lood wordt aangepakt en er zijn schilderwerken voorzien. In een volgende restauratiefase worden het dak en de gevels opgeknapt. Ook wordt dan een lift geïnstalleerd om het gebouw toegankelijker te maken.
“De toekenning van de erfgoedpremie aan het Belfort van Aalst is een eerbetoon aan ons rijke verleden. Dit architecturaal pareltje is niet alleen goed bewaard gebleven, maar ook het bekendste historische bouwwerk van Aalst, en verdient onze blijvende waardering en zorg, ” zegt de burgemeester van Aalst, Christoph D’Haese.
Schepen van Toerisme Caroline De Meerleer (N-VA) is dankbaar voor de tweede subsidie die Vlaanderen veil heeft voor het belfort. “In kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht kreeg het belfort, als culturele infrastructuur, in 2021 een eerste subsidie van 1,1 miljoen euro. Op dat moment lag de focus op twee doelstellingen, namelijk het verbeteren van zowel de toegankelijkheid als de duurzaamheid van het gebouw. Dat was ons startpunt, maar daar is het niet bij gebleven”, zegt De Meerleer. “Naarmate de besprekingen over het project vorderden, werd het besef groter dat, naast de interne werken, ook het exterieur moest worden aangepakt. Zo zullen o.a. de dakkapellen worden gerestaureerd, achterzetramen geplaatst en de glas-in-lood-ramen hersteld. En daarvoor is de subsidie van onroerend erfgoed zeer welkom. Dankzij deze extra Vlaamse financiële steun kunnen we dit historisch en imposant erfgoedgebouw nog meer grandeur geven zodat toeristen, scholieren en Aalstenaars er zich welkom voelen en het belang van het belfort door de eeuwen heen kunnen ontdekken”, zegt een trotse toerismeschepen.
Het Oud-Schepenhuis is in feite een geheel van drie gebouwen, namelijk het schepenhuis, de belforttoren en het gebiedshuisje. Het in 1225 opgerichte schepenhuis van Aalst is het oudst bewaarde schepenhuis van de vroegere Nederlanden en biedt een interessant overzicht van drie eeuwen profane bouwkunst in de Nederlanden. De achtergevel toont een vroeggotisch profiel, kantelen en een trapgevel, terwijl de vensteropeningen van de benedenverdieping nog tot de Romaanse stijlperiode behoren. De ronde hoektorens versterken de rechthoekvorm van het gebouw en maken het slanker. Op de voorgevel van de belforttoren prijken twee halfverheven beelden die de Graven van Vlaanderen en de Graven van Aalst voorstellen. De zonnewijzer tussen de twee beelden was aanvankelijk zo oud als de belforttoren zelf. In 1600 werd echter een nieuwe zonnewijzer gemaakt. De voorgevel bevat het opschrift ‘Nec spe, nec metu’ (‘noch door hoop, noch door vrees’), een herinnering aan de inhuldiging van Philips II als Graaf van Aalst (1555) die deze spreuk tot zijn leuze maakte. Het Oud-Schepenhuis werd in 1943 beschermd als monument. Het belfort staat op de Unesco-lijst van het werelderfgoed.
(Foto: JP Swirko)