Steeds meer kinderdagverblijven moeten de deuren sluiten of beslissen er zelf mee te stoppen. Er is een ware heksenjacht aan de gang in de kinderopvangsector. Waar aanvankelijk probleemcrèches na jaren van klachten veel te traag werden gesloten, worden nu echter ook crèches gesloten waar er geen enkele gevaarsituatie is voor de fysieke of psychische veiligheid van de kinderen. “Veel van die schorsingen zijn nu geen gevolg meer van pedagogische problemen, maar van een administratie die niet op orde is of een slechte financiële situatie die zijn oorzaak vindt in een oneerlijk subsidiesysteem”, stelt Vlaams Parlementslid Ilse Malfroot (Vlaams Belang), “Het lijkt erop dat ondergefinancierde zelfstandige crèches bewust uit de markt worden geduwd in het kader van een gewenste schaalvergroting.”
De cijfers liegen er niet om. Dit jaar moesten al 15 kinderdagverblijven definitief sluiten. 434 crèches beslisten om zelf de handdoek in de ring te gooien of werden tot sluiten gedwongen. “Veel van die sluitingen zijn het gevolg van financiële problemen. Ik zie een duidelijk verband tussen de sluitingen en de oneerlijke verdeling van de subsidies aan de sector”, stelt Malfroot. “Het zijn immers vooral crèches die over de slechtst gesubsidieerde T0- en T1-plaatsen beschikken die moeten sluiten.” Malfroot vermeldt in dat verband de sluiting van kinderdagverblijven in Lommel, Wilsele, Opwijk en Sint-Niklaas die veel laaggesubsidieerde T1-plaatsen hadden. maar ook die van de Troetelbeertjes in Aalst en de Bengeltjes in Denderleeuw.
Het Vlaams Belang-parlementslid merkt ook op dat bij de sluiting van de crèches – ondanks het beweerde tekort aan plaatsen – er vaak erg snel plaatsen elders worden gevonden. Een verband is snel gevonden met de subsidie voor tijdelijke opvangplaatsen die minister Crevits in het leven riep om noodopvangplaatsen te creëren voor het geval de vergunning van een kinderdagverblijf wordt geschorst. “Goed dat ouders snel een nieuwe plaats vinden, want dit zorgt voor continuïteit bij ouders, medewerkers en organisatoren, maar voor deze noodopvangplaatsen wordt wel een dagsubsidie gegeven van 70 euro per plaats, zijnde 13.000 euro per jaar”, merkt Malfroot op. “Een kinderdagverblijf met T1-subsidiëring ontvangt echter maar 875 euro per jaar oftewel 4 euro per dag (ipv 70 bij de noodopvang) en moet dus dezelfde kwalitatieve opvang garanderen met een subsidiebedrag dat 15 keer lager ligt. Tevens worden de plaatsen in de noodopvang toegewezen zonder dat ze ook maar een vergunning of inspectie kregen voor die extra plaatsen. Fair is dit niet. Voorlopig gaat het maar om tijdelijke noodsubsidies, maar minister Crevits gaf tijdens de begrotingsbesprekingen al aan te werken aan een ‘definitieve’ oplossing.”
“Ik wil dat er eindelijk werk wordt gemaakt van een eerlijk en fair subsidiesysteem dat de levensvatbaarheid van de hele sector verzekert” “Het is een erg cynische situatie”, stelt Malfroot, “Al jaren schreeuwen de slechtst gefinancierde zelfstandige kinderdagverblijven vruchteloos om een eerlijke subsidiëring. Die wordt maar niet toegekend, waardoor de financiële leefbaarheid van hun werking wordt ondergraven. Vervolgens wordt hun vergunning geschorst omwille van redenen die niet pedagogisch zijn, maar wel een gevolg van hun financiële situatie. Hierna kunnen de ouders hun kinderen onderbrengen in crèches met noodopvangplaatsen die een veelvoud aan subsidies ontvangen. Uit informatie die ik in het Vlaams Parlement opvroeg blijkt echter dat in bepaalde van die noodopvangen de Zorginspectie de voorbije 5 jaar niet meer is langs geweest. Ook al werd eerder vastgesteld dat ze in overbezetting gingen.”
“Het heeft er alle schijn van”, besluit Malfroot, “dat het hier om een bewuste operatie gaat om vooral de zelfstandige crèches in T0 en T1, die financieel onleefbaar zijn, uit de markt te duwen en hen te vervangen door grotere organisatoren. Katrien Verhegge, voormalige topvrouw van Opgroeien, sprak eerder ook al over een gewenste ‘schaalvergroting’.” Malfroot eist daarom andermaal dat werk wordt gemaakt van een “faire en gelijke financiering van alle kinderopvanginitiatieven en dus een einde komt aan het huidige onrechtvaardige trappensysteem.” Eerder diende het parlementslid al een voorstel van resolutie in waarin ze pleitte voor een audit naar de financiële levensvatbaarheid van de sector en voor een nieuw subsidiesysteem dat “de huidige discriminaties wegwerkt en alle initiatieven op basis van gelijkheid ondersteunt”.