Op de Open Monumentendag van zondag 10 september stelde de stad Ninove de (verdwenen) abdij en het abdijverleden centraal. Twee nieuwe publicaties, die toen werden voorgesteld, zijn verkrijgbaar bij de diensten cultuur en toerisme. De Provincie Oost-Vlaanderen realiseerde, in nauwe samenwerking met de stad Ninove, een uitgave in de reeks ‘Erfgoedsprokkels’ waarbij Oost-Vlaams erfgoed in de kijker wordt gezet. Deze boeiende en handige wandelgids loodst de lezer naar een pak restanten die onlosmakelijk verbonden zijn met de verdwenen Norbertijner-abdij. Wie dacht dat de invloedrijke Witheren enkel de barokke abdijkerk als erfenis nalieten heeft het fout: in de hele stad zijn er plekken die verwijzen naar de abdijgeschiedenis. Auteur is Ninovieter Jaak Peersman, classicus en historicus en, reeds decennialang aan de slag met een zoektocht naar het doen en laten van de Norbertijnen. Zeven eeuwen abdijverleden uitvlooien is een “never ending story” bleek op de voorstelling van de brochure. Jaak Peersman slaagde erin om in een tekst die leest als een roman, met oog voor detail en voor “la petite histoire”, de teloorgegane abdij opnieuw tot leven te wekken. De “oudste, stoutste en wijste der steden” heeft een schitterende geschiedenis te danken aan de abdij en deze erfgoedsprokkel wil bijdragen aan de aandacht voor Ninoofs erfgoed.
De Erfgoedsprokkel “Stad in de schaduw van een verdwenen abdij” is gratis te verkrijgen in het toeristisch bezoekerscentrum (Burchtstraat 44 in Ninove) en in het oud stadhuis (Oudstrijdersplein 6 in Ninove). Daarnaast gaf de erfgoedraad een reproductie uit van een geaquarelleerde pentekening op perkament van het Ninoofse abdijbeluik anno 1650. De tekening werd gemaakt door de bekende cartograaf Philips De Deyn. Ze is een voor de Ninoofse abdijgeschiedenis uitzonderlijk waardevol document. Een vierkleuren-reproductie van de tekening (42 cm x 28 cm) is te koop aan 2 euro in het oud stadhuis (Oudstrijdersplein 6 in Ninove) of in de Hospitaalkapel (Burchtstraat 44 in Ninove). Voor een verduidelijkend artikel, verschenen in het tijdschrift Het Land van Aalst, betaal je nog eens 2 euro extra.