Ruim 160 kinderen van 25 verschillende nationaliteiten zijn ingeschreven in Taalbubbels, het jaarlijkse taalbad dat door de stad Aalst is georganiseerd: 120 uit het basisonderwijs en 40 uit het secundair onderwijs. “Dat is zowat drie keer zoveel als enkele jaren geleden,” zegt schepen van inburgering Karim Van Overmeire (N-VA). “Bij die 160 leerlingen komt nog eens een omkadering van een 40tal vrijwilligers. Daarmee hebben we onze maximum-capaciteit wel ongeveer bereikt. Het is belangrijk om de kwaliteit van het initiatief te bewaken. Taalbubbels is geen alternatief voor kinderopvang of speelpleinwerking. Kinderen met taalachterstand krijgen een intensief taalbad zodat ze bij de aanvang van het schooljaar in september een goede start kunnen nemen.”
Het taalbad van twee weken is al aan zijn achtste editie toe, en voor de tweede keer zet het Koninklijk Lyceum zijn klaslokalen ter beschikking. Maar vrijwel alle Aalsterse scholen werken mee door de ouders van leerlingen met taalachterstand over het initiatief te informeren. De omkadering van Taalbubbels bestaat uit een twintigtal enthousiaste (aspirant)leerkrachten die worden bijgestaan door Karlien Van Impe, (vervolgschool coach van OKAN) en Goedroen Van Lunenburg (taalcoach basisonderwijs van de Stad Aalst). Ook de opleidingsmodule Kleuteronderwijs van Odissee Hogeschool Campus Aalst leverde heel wat vrijwilligers.
Een al te schoolse omgeving wordt vermeden. Het is tenslotte vakantie, en dus staan er veel activiteiten en uitstappen op het programma. Taalbubbels kan rekenen op een samenwerking met verschillende Aalsterse stadsdiensten. Ondermeer de Brandweer en de Politiediensten laten de kinderen kennis maken met het reilen en zeilen binnen het korps.
De werking wordt voortdurend geëvalueerd en bijgestuurd. “Dit jaar hebben we voor het eerst ook een workshop voor de ouders georganiseerd,” zegt teamverantwoordelijke Saskia Moens. “Het is immers belangrijk om ook de mama’s en de papa’s te betrekken bij de prestaties en de vooruitgang van hun kinderen. Het is een voordeel als de kinderen thuis ook eens Nederlands spreken of gestimuleerd worden om boeken te lezen.”