De slachtoffers van de hagelstorm vorig jaar rond Pinksteren hebben vanaf vandaag vier maand de tijd om een dossier in te dienen bij het Rampenfonds. Dat melden de provincie Oost-Vlaanderen en het stadsbestuur van Gent, beiden waren zwaar getroffen door de natuurramp. De federale ministerraad erkende begin april tien natuurrampen, waaronder de zware hagelstorm op 7, 8 en 9 juni 2014. Door de zesde staatshervorming is de federale regering sinds 1 juli 2014 niet langer bevoegd voor de erkenning van natuurrampen, maar die rampen dateerden nog van voor die datum. De Koninklijke Besluiten zijn dan ook sinds vandaag in het Belgisch Staatsblad verschenen, waardoor de getroffenen nu vier maand de tijd hebben om hun dossier in te dienen.
Tot en met 30 september kan een dossier ingediend worden bij de provincie. In de Denderstreek werden volgende gemeenten erkend als rampgebied. Door de overvloedige regenval van 27 en 28 juli 2013, komen Aalst, Denderleeuw, Haaltert, en Ninove in aanmerking. De windhoos en de rukwinden van 3 januari 2014 in Denderleeuw worden ook opgenomen door het Rampenfonds. De hagelbuien van 7, 8 en 9 juni van 2014 werden erkend in alle Oost-Vlaamse gemeenten.
De slachtoffers moeten eerst hun verzekering aanspreken voor de vergoeding van de schade. Daarna kunnen ze terecht bij het Rampenfonds. waar rekening zal gehouden worden met de vergoeding die de verzekering uitbetaalde.