In Geraardsbergen, Bever, Brakel, Lierde, Herzele en Zottegem gaat men ’s nachts de straatverlichting doven. Stijgende energie-prijzen en de zoektocht naar besparingen zijn actueler dan ooit. Lokale besturen hebben af te rekenen met een energiekost die gemiddeld ruim 4x hoger ligt dan voorheen. Een grote hap van het energieverbruik vinden we terug in de openbare verlichting. Samenwerking tussen zes gemeenten. Na overleg met Fluvius – de netbeheerder van de openbare verlichting – werd voorgesteld om de straatverlichting in beheer van de gemeenten ’s nachts te doven. Zo werd er overeengekomen om vanaf 29 oktober, met het ingaan van het winteruur, de openbare verlichting van zondagavond t.e.m. donderdagavond volledig te doven tussen 23.00 en 05.00 uur. Op vrijdag- en zaterdagavond daarentegen blijft de verlichting branden. In de praktijk komt dit er dus op neer dat de openbare verlichting op zondagavond 30 oktober voor het eerst zal uitgaan om 23.00 uur.
In verschillende steden en gemeenten, net als in onze buurlanden, wordt de straatverlichting al jaren gedoofd. Het doven heeft niet alleen een gunstig effect op de financiën, maar ook op het milieu en zorgt voor minder lichtvervuiling. Door de stijgende energieprijzen is het aantal gemeentes waarin de straatverlichting gedoofd wordt wel exponentieel toegenomen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zette deze maatregel zelfs op nummer 1 omdat er ‘nood is aan snelle actie’. Andere maatregelen (bv. het klimaatneutraal maken van gebouwen) zijn moeilijker te realiseren doordat ze tijdsintensiever zijn en minder netto winst opleveren.
Veel mensen associëren duisternis met gevaar en menen dat het veiligheidsgevoel erop achteruit gaat. De ervaring van andere gemeenten (waarin de straatverlichting al jaren gedoofd wordt) leert ons echter dat er geen reden tot paniek is. Automobilisten rijden trager wanneer de wegen niet verlicht zijn en zien tegenliggers beter afkomen. Inbrekers vallen beter op als ze zich verplaatsen doordat er geen andere lichtbronnen zijn.
In elk geval zullen de verschillende lokale besturen in samenwerking met de betrokken politiezones de inbraakcijfers en het aantal verkeersongelukken nauw opvolgen.