Om de mobiliteitsproblemen in Aalst aan te pakken, wil schepen van Mobiliteit Dylan Casaer (SD&P) ook de eigen werknemers laten nadenken over hun mobiliteit door de opmaak van een bedrijfsvervoerplan. “Net vandaag staat er in een rapport van de Europese Commissie dat België het meest dichtgeslibde land van Europa is op het vlak van verloren uren en vertragingen in het verkeer. Wij willen daarom in Aalst alvast komen tot een rationeel gebruik van de auto en stappen, fietsen en het openbaar vervoer promoten, zowel voor woon-werkverkeer als voor de dienstverplaatsingen”, aldus de schepen. “Duurzame mobiliteit is immers iets dat ons allemaal aanbelangt.” Naar aanleiding van de verhuis en de centralisatie van de verschillende diensten naar het administratief centrum aan Werf 9 besliste de stad een bedrijfsvervoerplan op te stellen. Daarvoor werd samengewerkt met studiebureau Traject 9. “We hebben bekeken hoe we onder andere de dienstverplaatsingen efficiënter zouden kunnen organiseren rekening houdend met zowel de zakelijke belangen als tijd en de maatschappelijke belangen zoals vlot verkeer, het milieu en energiebesparing. Korte verplaatsingen kunnen bijvoorbeeld met de fiets en het wordt gemakkelijker om een ticket voor het openbaar vervoer terugbetaald te krijgen”, legt schepen Casaer uit.
Ook de fiets wordt meer en meer gepromoot. “Meer dan de helft van onze werknemers komt met de auto naar het werk. Tijdens onze personeelsbevraging gaven velen echter aan over hun verplaatsingsgedrag te willen nadenken. Maar als we de mensen vragen om meer de fiets te nemen, moeten we er ook voor zorgen dat hen dit gemakkelijk wordt gemaakt”, zegt Casaer. “Daarom denken we aan een aanbod van een fietsherstel- en onderhoudsdienst, pechverhelping, bedrijfsfietsen en uiteraard een toegankelijke fietsenstalling. Daarnaast is carpooling iets dat we meer willen stimuleren. We kunnen een systeem opzetten waarbij we werknemers aan elkaar matchen en een thuiskomstgarantie aanbieden. Stel je maar voor dat je mee bent gereden met je collega en die gaat vroeger naar huis wegens ziekte. Bedoeling is dat je je dan geen zorgen moet maken over hoe jij nu gaat thuis geraken.”
De stad bekijkt verder ook de mogelijkheid om tele/thuiswerken verder uit te bouwen. “En uiteraard moeten de leidinggevenden, zowel ambtenaren als politici, het goede voorbeeld geven. Ik probeer zelf alvast vaker de fiets te nemen naar de verschillende vergaderingen. Wij hebben trouwens niet enkel een voorbeeldfunctie naar ons eigen personeel toe, maar ook naar de bewoners. Als we de globale mobiliteit in de stad willen verbeteren, als we een fietsvriendelijke stad willen zijn en de doelstellingen uit het klimaatplan willen bereiken, dan is de eerste stap aan ons. Duurzame mobiliteit begint bij onszelf”, besluit Casaer.
