De stad Ninove betreurt dat Fluvius de straatverlichting nog niet opnieuw laat branden ‘s nachts. Eind juni besliste de gemeenteraad dat de straatverlichting ’s nachts opnieuw moet blijven branden. De stad gaf Fluvius opdracht om dit uit te voeren, maar om verschillende organisatorische redenen heeft Fluvius dit nog niet uitgevoerd. Meerdere besturen uit het werkingsgebied hebben Fluvius bijna gelijktijdig gevraagd om de straatverlichting ’s nachts niet meer te doven. Dat vraagt om een manuele handeling in elke verdeelkast (in Ninove gaat het bv. over 257 cabines). Bovendien heeft Fluvius tijdens de vakantieperiode minder personeel beschikbaar…
Een bijkomend probleem blijken de randzones van de deelgemeenten te zijn die grenzen aan buurgemeenten die nog niet wensen over te schakelen naar het nieuwe systeem, of straten in onze buitengebieden die aangestuurd worden door cabines in buurgemeenten. Die kunnen niet zomaar omgeschakeld worden zonder impact te hebben op de buurgemeente die het licht nog wil gedoofd houden. Fluvius kan zich voorlopig nog niet uitspreken wanneer deze aanpassingen kunnen uitgevoerd worden. Een concrete planning zullen we pas begin september vernemen.
Als stad betreuren wij het dat de beslissing van de gemeenteraad niet sneller kan uitgevoerd worden. Wij blijven er bij Fluvius op aandringen om Ninove prioriteit te geven. We stellen daarnaast ook voor om eventueel gefaseerd te werken, waardoor de binnenstad en de dorpskernen eventueel sneller worden aangeschakeld. Daar is de impact het grootst. De randzones kunnen dan in een tweede fase aangepakt worden.
Burgemeester Tania De Jonge: “Het doven van de lichten was zinvol omwille van de hoge energieprijzen maar het zorgde wel voor een onveiligheidsgevoel bij heel wat Ninovieters die na 23.00 uur nog op pad zijn. Dat moeten we ernstig nemen. Het doven van de lichten invoeren was blijkbaar veel eenvoudiger dan het proces om het opnieuw naar het normale niveau te brengen. Ook al werd dit de dag na de gemeenteraad overgemaakt aan Fluvius, we zullen nog wat geduld moeten hebben.”