Afgelopen zomer heeft de stad Aalst haar subsidiebeleid herzien met als doel de correcte, eerlijke en verantwoorde besteding van publieke middelen te waarborgen en misbruik te voorkomen. Als gevolg daarvan werd een conceptnota subsidiebeleid goedgekeurd. Gisteren werd een tweede nota gestemd, waarmee nu ook nominatieve subsidies (toegekend aan één begunstigde op basis van een unieke beoordeling en goedkeuring, zoals bv. het Criterium of De Pikkeling) voortaan een solide juridische basis zullen kennen. “Dankzij onze inzet van de afgelopen maanden, treedt Aalst nu op als schoolvoorbeeld voor andere steden. Iets om fier op te zijn”, aldus Matthias De Ridder, schepen van Financiën (N-VA).
Deze zomer werd de conceptnota subsidiebeleid goedgekeurd, die geeft heldere definities van wat als subsidie wordt beschouwd. De nota voorziet richtlijnen voor het opstellen en herzien van subsidiereglementen, biedt een leidraad voor de toekenning van subsidies en bevat een evaluatiekader om de juiste toewijzing te waarborgen. Door samen te werken met het Vlaams subsidieregister wil de stad misbruik voorkomen en dubbele financiering vermijden.
Tijdens de gemeenteraad van december stonden de nominatieve subsidies centraal. Schepen De Ridder verklaart: “In de toekomst zullen onze medewerkers dankzij dit nieuwe kader beter begeleid worden bij het voorbereiden en evalueren van beslissingen over het toekennen van nominatieve subsidies. Belangrijke aandachtspunten krijgen extra uitleg door voldoende praktijkvoorbeelden, om collega’s zo goed mogelijk te ondersteunen.”
“Met deze aanpak staat het subsidiebeleid van Aalst nu scherp op het gebied van organisatiebeheersing. Daarnaast wordt Aalst nu beschouwd als schoolvoorbeeld in Vlaanderen op dit vlak. Andere steden, waaronder Leuven en Hasselt, hebben al interesse getoond in het succesvolle model van Aalst en overwegen vergelijkbare stappen te zetten. Dit bevestigt het succes van ons streven naar verbetering en transparantie,” besluit Matthias De Ridder.