“Het is niet ernstig dat iemand die illegaal in België verblijft en de deur voor politie opendoet, kan weigeren om hen binnen te laten. Een oplossing is onontbeerlijk voor een efficiënt terugkeerbeleid”. Dat zegt Marc Bossuyt, gewezen commissaris-generaal voor de vluchtelingen en voormalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof in De Standaard van 11 september. Dinsdag stelt Bossuyt het eindverslag van de evaluatie van het terugkeerbeleid voor in het federale parlement. De commissie-Bossuyt wil dat illegaliteit wordt vervolgd en stelt voor de straf op te trekken tot één jaar, zodat een sans-papiers kan worden aangehouden. Het voorstel moet de impasse rond de wet op de woonstbetredingen doorbreken.
Theo Francken is niet verrast door deze aanbeveling. “Tijdens de Zweedse regering werd een gelijkaardig wetsvoorstel tweemaal behandeld op de ministerraad en de Raad van State. Het werd finaal geblokkeerd door MR”, zegt Francken. Hij diende het opnieuw in en vraagt een urgente behandeling in de commissie Binnenlandse Zaken. Voormalig Kamerlid en huidig Vlaams parlementslid Sarah Smeyers (N-VA) vraagt tevens om het debat te verruimen. “De mate waarin een terugkeerbeleid wel of niet werkt, heeft ook een impact op de OCMW’s. Denk bijvoorbeeld aan de interpretatieruimte van de federale wetgeving inzake dringende medische hulp voor illegalen. Wat is dringend en wat is medisch noodzakelijk?”, zegt Smeyers.
Als Aalsters schepen van Sociale Zaken ziet Smeyers de pijnpunten van deze wetgeving. “Slechts één controlearts in héél België van de Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering kijkt de urgentieattesten van dokters na. Dringende medische hulp vloeit voort uit het recht op een menswaardig bestaan. Maar een laks federaal terugkeer-beleid en misbruik ondergraven dat draagvlak”, verduidelijkt Smeyers. Laatstgenoemde verwijst naar Nederland, waarbij 20 procent van de doktersconsultatie voor de rekening van de cliënt zelf is. “Vandaag lijkt het illegale statuut indirect het recht op gratis dringende medische hulp te openen. Een illegaal kan toch ook voldoende centen hebben. Vage federale wetgeving laat soms veel ruimte toe om de behoeftigheid te bepalen.”
In haar thuisstad Aalst werkt de Sociale Dienst goed samen met Dienst Vreemdelingenzaken. “Er is onlangs ook een opleiding geweest voor de OCMW-medewerkers van Team Vreemdelingen hoe ze vrijwillige terugkeer kunnen bespreekbaar maken. Er is regelmatig casusoverleg waarop casussen van mensen zonder wettig verblijf worden besproken en welke stappen er moeten worden gezet”, zegt Smeyers.
Bovendien verwijzen Francken en Smeyers naar OCMW Antwerpen. Dat OCMW werkt samen met organisaties zoals Stichting Barka (Oost-Europa) en REMA (Maghreblanden) om vrijwillige terugkeer te optimaliseren. “Wie een wettig verblijf kan krijgen, wordt hierin geholpen. Eenmaal het duidelijk is dat dit niet lukt, zoeken alle partners naar een mogelijkheid om een vrijwillige terugkeer te realiseren. Maar waarom zoekt de federale overheid niet zelf naar een oplossing om alle OCMW’s te laten samenwerken met deze partners?”, aldus Francken en Smeyers.