Resultaten van het onderzoek op de site Utopia…

restanten-kloostermuren-utopia-aalst-persregio-denderHet archeologisch onderzoek op de site Utopia te Aalst, dat van start ging in juli 2016, is afgerond. Enige uitzondering vormt een kleine strook langs de Graanmarkt, die in een later stadium zal opgegraven worden. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande bouw van de nieuwe bibliotheek en academie voor podiumkunsten. Een archeologisch vooronderzoek, uitgevoerd in december 2015 toonde aan dat nog heel wat resten bewaard waren in de ondergrond. Deze plaats situeert zich binnen de 13de eeuwse stadsomwalling en was, zo blijkt uit historische bronnen, aanvankelijk in gebruik als tuingrond en/of boomgaard. Aan het einde van de 15de eeuw vestigen de Zwarte Zusters zich op deze plaats om bijstand te verlenen bij de verzorging van pestlijders.

In de 16de eeuw ondervond het klooster erge vernielingen tijdens de godsdiensttroebelen. Onder de Franse Republiek werd dit klooster gesloten en de bezittingen werden in 1797 als staatseigendom verkocht. De gebouwen zelf blijven overeind tot 1880, zij het met een andere bestemming: eerst als opslagplaats voor aangeslagen goederen van gesloten kerken en kloosters, dan als deel van de militaire gevangenis en tenslotte als onderdeel van de “Ecole des Pupilles de l’Armée”, kortweg Pupillenschool. Tussen 1880 en 1907 worden de voormalige kloostergebouwen vervangen door het gebouwencomplex van de Pupillenschool zoals het er vandaag nog steeds staat.

Het onderzoek bracht tal van sporen aan het licht. Er werden heel wat muurresten blootgelegd die toe te wijzen zijn aan de kloostergebouwen, alsook enkele kelders, beerputten en vloeren. Op twee plaatsen kwamen begravingen tevoorschijn: enerzijds in de buurt van de voormalige kapel van het klooster en anderzijds in de kloostertuin.

Aan de achterzijde van het klooster, tegen de stadsomwalling aanleunend, troffen de archeologen een opeenstapeling van tuinlagen aan, met daarin verschillende afvalkuilen. Ook binnen de kloostergebouwen en ter hoogte van de kloostertuin bevonden zich grote afvalkuilen. Behalve sporen die toe te wijzen zijn aan de kloosterfase, werden ook enkele oudere sporen herkend. Het betreft grachten en greppels die mogelijk een oudere perceelsindeling voorstellen.

De talrijke vondsten die het onderzoek opleverde, zullen een goed beeld kunnen schetsen van het dagelijkse leven bij de Zwarte Zusters. Ook verder gespecialiseerd onderzoek van de aangetroffen skeletten kan hiertoe bijdragen.

Deel dit bericht via:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Current ye@r *