Het dossier van de herontwikkeling van de site Stadhuis-Landhuis-Pupillen zit in de laatste rechte lijn. Dat antwoordde schepen Karim Van Overmeire (N-VA) op een vraag van raadslid Iwein De Koninck (CD&V) op de jongste gemeenteraad in Aalst. Twee teams van ontwikkelaars, architecten en aannemers hebben een concreet voorstel tot ontwikkeling van de site ingediend. Die twee dossiers worden nu door het autonoom gemeentebedrijf AGSA en de stadsdiensten onderzocht. ‘Ik had vanzelfsprekend liever mijn politieke carrière afgesloten met mooie prentjes die tonen hoe de site zal ontwikkeld worden,’ zegt schepen Van Overmeire. ‘We moeten echter nog bepalen of de twee ingediende voorstellen formeel ontvankelijk zijn en daarna moet de jury nog punten geven. Het gaat om dikke bundels vol cijfers en technische details. Onze mensen hebben nog een paar weken extra tijd nodig. Ik zou een fout maken door nu al te communiceren over de inhoud van de voorstellen. In dat opzicht is het niet slecht dat ik geen kandidaat ben voor de verkiezingen van 13 oktober: ik kan de komende weken rustig verder werken. Ik kan leven met het feit dat pas het volgend bestuur de overeenkomst zal afsluiten. Het belangrijkste is dat de procedure correct verloopt en dat de site een kwaliteitsvolle invulling krijgt.’
Het project omvat het oude stadhuis, het Landhuis, de historische gebouwen Zwarte Zusters en Van Langenhove en het vierkant van de Pupillen. Het gaat om anderhalve hectare in het hart van de stad. Door de bijzonder strategische ligging zal de ontwikkeling van de site mee het imago van Aalst bepalen. Een groot deel van de gebouwen zijn beschermde monumenten of worden als waardevol erfgoed beschouwd. De restauratie van deze gebouwen is complexer en duurder dan nieuwbouw. Het stadsbestuur heeft de lat echter bewust hoog gelegd en trekt uitdrukkelijk de kaart van het behoud van het erfgoed. Eerdere ideeën waarbij een hele vleugel van de Pupillensite werden gesloopt en er een woontoren verrees, werden resoluut naar de prullenmand verwezen.
Schepen Van Overmeire kreeg in 2020 als schepen van Erfgoed de politieke leiding over het dossier. Hij herinnert zich dat hij zowat van nul moest beginnen: ‘Er bestonden zelfs geen plannen van de site. We hebben een landmeter moeten aanstellen om de site op te meten. Daarna hebben we het aanwezige groen en de erfgoedkundige waarde van de gebouwen in kaart gebracht. Er werd al een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. We hebben een RUP-procedure moeten opstarten. Gelukkig kon ik daarbij rekenen op een team van uitstekende mensen. Sommigen hadden ook meegewerkt aan Utopia. We waren dus voor een stuk op elkaar ingespeeld.’
De omvang van de site maakte al snel duidelijk dat er zou moeten samengewerkt worden met een private partner. Daarbij werd de keuze gemaakt om een wedstrijd te organiseren en de site als een ondeelbaar geheel aan te bieden. Dat moest verhinderen dat een ontwikkelaar op de gemakkelijke delen appartementen zou bouwen terwijl het stadsbestuur met de kost van de restauratie van de beschermde monumenten zou achterblijven. De ingediende voorstellen moeten een mix van functies aanbieden, met naast wonen onder meer een uitbreiding van de academie van podiumkunsten, een gerestaureerde en beter toegankelijke feestzaal, overdekte fietsenstallingen en horeca. Voetgangers moeten door de verschillende pleintjes van de Grote Markt naar het Utopiaplein kunnen wandelen.
Er boden zich aanvankelijk vijf potentiële partners aan om aan de wedstrijd deel te nemen. Daarvan werden er in een eerste fase drie geselecteerd. Op de deadline van 30 augustus hadden twee daarvan effectief een dossier ingediend. Het autonoom gemeentebedrijf en de stadsdiensten worstelen zich nu door de honderden bladzijden om na te gaan of de voorstellen aan de gestelde eisen voldoen en of de gehanteerde prijzen marktconform zijn. Dan volgt een jurering die zal bepalen met welke kandidaat in eerste instantie onderhandelingen zullen worden opgestart. Stel dat de stad niet tot een overeenkomst zou komen met de winnende kandidaat, dan komen de plannen van de tweede kandidaat op tafel. De vraag wat er nu precies op de site zal komen, kan niet beantwoord worden alvorens deze procedure doorlopen is.
‘Iedereen die een huis bouwt of verbouwt, weet hoe complex dat geworden is. Dit dossier gaat niet over één woning maar over anderhalve hectare met beschermde monumenten en waardevolle gebouwen. De mensen van AGSA en stadsdiensten hebben keihard gewerkt, maar de timing is wat ze is,’ stelt schepen Van Overmeire. ‘We hebben de deelnemende kandidaten extra tijd moeten geven. Indien we dat niet hadden gedaan, waren we waarschijnlijk zonder concrete voorstellen geëindigd. Ik heb er altijd over gewaakt dat er goed teruggekoppeld werd naar college en gemeenteraad. Alle beslissingen zijn met grote meerderheid of zelfs unanimiteit genomen. Ik ga ervan uit dat een volgend bestuur met dit traject landt. Het zou een drama zijn indien dit niet zou gebeuren. Dan zijn we weg voor nog eens jaren leegstand en verval terwijl de bouwkosten in de toekomst wellicht nog verder zullen stijgen.’
Van Overmeire hoopt dat er dit jaar nog een overeenkomst kan afgesloten worden en dat volgend jaar dan de effectieve herontwikkeling van de site kan beginnen. ‘Het zal dan nog even duren vooraleer er lintjes kunnen doorgeknipt worden. Dat zal door andere mensen gebeuren. In het beste geval sta ik dan ergens achteraan in het publiek. Dat is niet zo erg. Toen ik twaalf jaar geleden schepen werd, mocht ik bijna meteen mee de parking op de Hopmarkt openen, terwijl dat het werk was van de vorige ploeg. Zo zit de wereld in mekaar. Het belangrijkste is dat we deze stad naar een hoger niveau kunnen tillen. Dat is met Utopia al gebeurd. Met Stadhuis-Pupillen trekken we de lijn door.’
Quotes: ‘In dat opzicht is het niet slecht dat ik geen kandidaat ben voor de verkiezingen van 13 oktober: ik kan de komende weken rustig verder werken. Ik kan leven met het feit dat pas het volgend bestuur de overeenkomst zal afsluiten.’
‘We hebben de deelnemende kandidaten extra tijd moeten geven. Indien we dat niet hadden gedaan, waren we waarschijnlijk zonder concrete voorstellen geëindigd.’
‘Ik ga ervan uit dat een volgend bestuur met dit traject landt. Het zou een drama zijn indien dit niet zou gebeuren. Dan zijn we weg voor nog eens jaren leegstand en verval.’
‘Het belangrijkste is dat we deze stad naar een hoger niveau kunnen tillen. Dat is met Utopia al gebeurd. Met Stadhuis-Pupillen trekken we de lijn door.’