Niet alleen op de weg bezitten we heel wat beloftevolle renners. Ook op het baanwielrennen hebben we verschillende renners die uitblinken. Runar De Schrijver (19) uit Haaltert is er ééntje van. Tijdens de afgelopen wielerzesdaagse in het Gentse Kuipke schreef Runar geschiedenis. Zo kon hij het baanrecord met vliegende start, dat op naam van Ayrton De Pauw (9’1640) stond, met een tijd van 8’996 verbeteren. Maar dit was nog niet alles. Zijn strafste stunt was het verbreken van de 500m die al 25 jaar op naam van Dimitri De Fauw stond met 29’79sec. Runar verbeterde deze tijd en legde de 500m af in 28’845 seconden. Reden genoeg om hem in onze ‘Praatstoel’ te plaatsen.
Waarom heb je enkel gekozen voor de piste en ook niet voor de weg? Als kind (aspirant en nieuweling) keek ik enorm uit naar de pistetrainingen in de winter onder leiding van Marc De Fauw. Daar leerden we de techniek om op een veilige manier op de piste te rijden. Maar alles begon in 2022 toen ik voor 100% besliste dat ik voor een carrière ging als baanwielrenner en het wegwielrennen aan mij wilde laten voorbij gaan. Nadat ik als eerstejaars junior in Duitsland heb leren proeven van het baanwielrennen was mijn keuze vlug gemaakt en definitief. Ik kon daar een wedstrijd rijden voor sprinten en was meteen verkocht voor deze discipline. Als tweedejaars junior besefte ik dat ik de juiste keuze had gemaakt en vrij vlug deed ik niet alleen aan wedstrijden mee in Duitsland maar ook in Frankrijk. Het was hard werken, vooral omdat de trainingen van een sprinter gebeuren in de krachtzaal en zijn intensief en explosief gericht terwijl bij het wegwielrennen de duurtrainingen een groter belang hebben. Ik verloor de liefde bij de disciplines zoals keirin, individuele sprint. Bij de junioren scoorde ik zeer goede resultaten bij de keirin maar na een tijdje begonnen de prestaties in mijn individuele sprint ook naar boven te komen.
Op welke manier bereid je je voor op het pisteseizoen? In de trainingen van de nationale ploeg werken steeds toe naar belangrijke wedstrijden in groep. Daarnaast spendeer ik ook nog tijd in de krachtzaal. De wedstrijden voor de piste liggen meestal in de zomer maar ook in de winter zijn er wel wat wedstrijden.
Vorig seizoen heb je een zeer rijk gevuld programma en uitslagen gereden, hoe verliep dat seizoen en wat waren je prestaties? Het seizoen begon met twee Belgische titels (sprint en keirin) als eerstejaars belofte bij de elite. In het begin van 2023 ben ik dan voor zeven weken naar Australië gegaan om samen met andere sprinters te kunnen trainen. Hier kon ik deelnemen aan twee wedstrijden van Queensland en behaalde zo twee bronzen medailles met een persoonlijk record op de tweehonderd meter erbij. Op het EK U23 werd ik zestiende in de sprint en dertiende in de keirin. Ik kijk enorm op naar mijn idool Matthew Richardson, een renner die een kast vol medailles behaalde in de sprint en teamsprint.
Dit seizoen heb je reeds records gekregen in het ‘T Kuipke en een overwinning behaald in het sprinttornooi bij de elite? Hoe was dat? De organisatoren gaven de mogelijkheid om het (individueel) baanrecord en de 500 m te verbeteren. Het baanrecord dateert van 2015 van Ayrton De Pauw en de vliegende 500m was reeds van 1998 van Dimitri De Fauw. De twee records kon ik die avond verbreken en dat was toch wel heel leuk om te doen. Ook de reactie en sfeer van het publiek was schitterend om te mogen ervaren. Het was een fantastisch moment en ik kon niet beter dromen. Vooral omdat ik nog maar twee trainingen achter de rug had. Ik verwachtte totaal niet dat ik onmiddellijk één van de twee records zou verbeteren, laat staan beiden. Toch had ik er mij niet 100% op toegelegd maar zijn deze prestaties een beloning voor mijn hard werken en trainen. Ik ben dankbaar dat ik dit mocht doen. Ook het sprinttornooi van Gent kon ik dit jaar voor de vijfde keer op rij winnen.
Wat zijn je doelstellingen en wat wil je bereiken het komende pisteseizoen en welke belangrijke wedstrijden staan hoog aangestipt in je agenda? Dit seizoen is het de bedoeling om opnieuw progressie te maken en mijn persoonlijke records te verbreken. De resultaten zullen dan ook hopelijk volgen. Op deze leeftijd is het moeilijk om te concurreren met de echte toppers omdat zij meer kracht bezitten. Dit wordt dan ook een belangrijke factor om hierin te groeien.
Je bent nu 19, is het de bedoeling om in de nabije toekomst aan je te sluiten bij een wielerploeg en profrenner te worden? Als sprinter is het heel moeilijk om aan te sluiten bij een wielerploeg. De Belgische ploegen focussen alleen op wegwielrenners, wat jammer is. Momenteel studeer ik Sport en Bewegingswetenschappen aan de VUB en combineer dit met mijn sport. Toch ben ik meer student dan baanwielrenner want het is zeker niet gemakkelijk. Hoewel mijn droom toch niets kan worden, heb ik nog altijd mijn studies die voor mij prioriteit zijn. Ik denk dat het iedereen wel zijn droom is om door te stoten als prof maar ik wil ook naast het fietsen de nodige afleiding hebben. De weg naar de top is bijzonder lang en je weet nooit wat er op je pad komt. Stiekem droom ik wel van de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles maar daarvoor moet ik nog verschillende en moeilijke wateren door zwemmen, al ben ik bereid om er alles voor over te hebben maar we zien wel wat de toekomst brengt.
(Foto: Sophie Richez, Patrick Cosyn en Jean Knop)