Het protest is zeker geen lege doos; de stadskas is dat wel ingevolge slecht bestuur, aldus Marleen Francq, de woordvoerdster van Den Dok Blijft. Het protest rond Den Dok in Geraardsbergen zal blijven duren. Momenteel is er nog altijd een petitie-actie vanwege het actie-comité terwijl sp.a het blijkbaar over een andere boeg wenst te gooien via een referendum. Onze burgervader noemt de handtekeningenjacht een lege doos. Divide et impera. Als tactische zet gooit onze burgemeester alles op één hoop. De burgemeester negeert het protest door er een karikatuur van te maken zoals in een ouderwetse western, met goede cowboys en slechte indianen. Tijd dus om even de puntjes op de i te zetten, alleen al omdat er op de laatste gemeenteraad harde woorden werden uitgesproken. Net als Trump doet, worden de burgers door onze burgervader ingedeeld in ‘goede’ en ‘slechte’. Een goed politicus heeft een ‘fingerspitzengefühl’; hij kan letterlijk voelen, met zijn vingertoppen, wat er bij de bevolking leeft. Er zijn voorbeelden genoeg oa. in een naburige Denderstad, waar dit gevoelen niet meer bestond, met alle gevolgen vandien.
Het protest is onafhankelijk van de partijpolitiek en wordt gedragen door verantwoordelijke burgers van diverse pluimage; de echte onverantwoordelijken zijn de bestuurders; politiek is meer dan een paar weken voor de verkiezingen de eetfestijnen af te dweilen en de burgers een rad voor ogen te draaien. Het actie-comité is samengesteld uit alle geledingen van de bevolking en heeft uitdrukkelijk vooraf afgesproken om zich niet politiek op te stellen. De leden steken hun schaarse vrije tijd in acties : van protestacties tot petities. Het bestuur vindt het fijn om hen te marginaliseren en meer zelfs ,om hen voor te stellen als een zootje onverantwoordelijken. De petitie-actie heeft niets te maken met een referendum. Nochtans wordt dit ten onrechte door de burgemeester verkondigd als zekerheid. De onverantwoordelijken zitten evenwel in het huidig bestuur en ook in het vorige, waarin trouwens dezelfde figuren opduiken.
De slechte financiële toestand van de stad en de mogelijke besparingsmaatregelen waren aan sommigen al gekend voor de verkiezingen van 14.10. De lippen bleven stijf op elkaar. Deelname aan de macht primeerde; het kiesgepeupel werd een rad voor ogen gedraaid. Een BBQ hier, een pensenkermis daar, altijd met blije gezichten. Er was de leuze: ‘alles komt goed’: vreemd evenwel: wat moet er goed komen als het volgens eigen beweringen al goed is? Dan kan het alleen maar beter.
Het moet voor het bestuur wel zeer confronterend zijn te moeten ervaren dat het protest niet stopt. De oorzaak is enkel te zoeken in een gebrek aan echte burgerparticipatie. Het bestuur heeft de mond vol over burgerparticipatie, maar verder dan dorpsraden en lokale adviesraden komt het niet. Participeren mag enkel voor zover het in het kraam past. De bestaande particpatie binnen de stad is én versmachtend én betuttelend . Vrolijke, vrolijke vrienden. De blunders van het huidige bestuur dat amper verschilt van het vorige stapelen zich op (Pijntoren, Abdijpark); er wordt toch wel zeer licht over de eigen financiele verantwoordelijkheid gegaan. Het verdwijnen van Den Dok tast het DNA van de Geraardsbergenaar aan. Als men ziet welk potje men er van gemaakt heeft is het niet verwonderlijk dat men zich niet laat sussen door eenvoudige beloften.
Het vorige bestuur had al een blunderboek samengesteld wanneer het die onderwerpen betrof die de Geraardsbergenaar raken, in het bijzonder zijn verleden, zijn roots, zijn DNA. Enkele voorbeelden: – wat er met de Pijntoren gebeurde tart alle verbeelding, : wel vieringen rond de stadskeure, maar de restanten van de toren vlugvlug begraven onder een laag beton, omdat de werken vooruit moeten terwijl men op dat ogenblik al kon vermoeden dat de werken om andere redenen zouden worden stil gelegd. Er werd geen moeite gedaan naar alternatieven te zoeken, terwijl in andere steden het bestuur zou staan te juichen, werd hier botweg het cultuurhistorisch erfgoed voor altijd bedolven. – het Abdijpark: na jarenlange beloften kondigt men de renovatie aan, die nog steeds niet is gestart omwille van blunders in de te volgen. procedure; wat het park uiteindelijk zou moeten worden is al evenmin duidelijk. Ook Den Dok behoort tot het DNA van de Geraardsbergenaar en men besliste het zonder enige inspraak dicht te gooien, meer zelfs men lijkt nog fier te zijn deze ‘doortastende’ beslissing te hebben genomen.
‘Het ei van Columbus’: het bestuur denkt het gevonden te hebben door het voor te stellen alsof het actie-comité voor Den Dok is en dus tegen het ziekenhuis. Dit argument werd gaandeweg gevonden. Pour les besoins de la cause. In zijn communicatie naar de inwoners gooit de burgemeester het over een andere boeg: het is een keuze tussen het ziekenhuis en Den Dok. Hoe populistisch kan men wel zijn? De ziekenhuiswereld is al jaren in beweging en de kans is zeer groot dat het ziekenhuis op termijn een ‘light-afdeling’ wordt van Aalst of op langere termijn van Gent of Jette. Trouwens, pas nu, ingevolge het protest komt de burgemeester met dit argument op de proppen. De beweerde keuze moet helemaal niet worden gemaakt en werd ook vooraf niet in overweging genomen. Het is zeer goedkoop om te laten geloven dat de voorstanders van Den Dok tegen het behoud van het ziekenhuis zijn. Integendeel, sport en ontspanning gaan hand in hand met gezondheid. Ieder zijn verantwoordlijkheid: de bestuurders hebben gefaald in hun financieel beheer en het zou hen dan ook sieren dit toe te geven.
Na al die jaren hebben de Geraardsbergse machthebbers nog steeds geen serieuse invulling aan burgerparticipatie weten te geven. De sluiting werd aangekondigd zonder VOORAF met de burgers te overleggen. Niet omdat men dat niet kan, maar enkel omdat men dit niet wil. Het voorstel om minstens nog een jaar open te houden wordt niet in overweging genomen. Op een vrij brutale wijze wordt de burger voor schut gezet, 10 weken na de verkiezingen. Het protest en de petitie-actie vanwege het actie-comité zullen dus blijven duren. Omdat burgers belangrijk zijn; omdat ze zich verzetten te leven in een samenleving ‘alles voor het volk, niets door het volk’; opdat politici hun verantwoordelijkheid zouden nemen voor financiële catastrofes door hen zelf veroorzaakt. Dat ze dan deemoedig het hoofd buigen en niet verder blijven inhakken op hun inwoners en dat ze zich vooral onthouden van sfeermakerij.
Blijkbaar wil men zelfs de optie om Den Dok nog een volgende zomer open te houden niet in overweging nemen. Hadden de politici, toen het zwembad vorig seizoen de deuren sloot, korte tijd voor de verkiezingen, dan geen wrang gevoel wetende wat ze zouden gaan beslissen? Dat ze de bevolking een rad voor ogen draaiden … De zekerheid en vastberadenheid waarmee de burgemeester in het dossier van Den Dok ageert en vooral fulmineert, zegt alles over zijn visie inzake de verhouding tussen bestuurders en burgers. Op een moment dat in de Oostkantons een maatschappelijk project rond participatie start, verdrinken de bestuurders van Geraardsbergen niet in hun dok maar in hun ‘grote gelijk’.
Het bestuur vergist te denken dat de burger alles klakkeloos slikt. Acht men de Geraardsbergenaar dan zo weinig bekwaam en vooral zo goedgelovig om hen te sussen met een A4-velletje rond de beweerde kostprijs van het zwembad?