Het MAVF, het Museum en Archief van de Vlaamse Film, opent vanavond t.e.m. 26 augustus zijn deuren in Geraardsbergen. ‘De Vlaamse film verwerft vanaf 1920 moeizaam een plaats naast de internationale producties’, zegt initiatiefnemer David Larmuseau, ‘maar zij is wel een unieke getuige van onze identiteit.’ Het nieuwe museum vult een leemte in omdat de Vlaamse film nergens aan bod komt. De film groeit in de eerste helft van de 20steeeuw wereldwijd uit tot de belangrijkste vorm van massacommunicatie. Pas met de opkomst van de televisie boet die aan belang in. Naast de massale invoer van eerst Franse en later Amerikaanse films komt in Vlaanderen vanaf 1920 een eigen filmproductie tot stand. ‘Het enthousiasme en de inzet zijn groot’, weet initiatiefnemer David Larmuseau. ‘Maar wegens een chronisch tekort aan geld en knowhow en de gebrekkige toegang tot het distributie- en exploitatienetwerk is dat pionierswerk meer een verhaal van vallen dan van opstaan. Wel getuigen die eerste Vlaamse stille films op een unieke wijze van onze identiteit.’
De Witteen de geboorte van de Vlaamse volksfilm. Met de opkomst van de geluidsfilm komt de volksfilm tot bloei. De verfilming van de roman De Wittevan Ernest Claes in 1934, is een schot in de roos. Miljoenen Vlamingen hebben die gezien. De producenten Jan Vanderheyden en Edith Kiel maken in de daaropvolgende decennia dertig volksfilms. Ook andere cineasten, onder wie Brusselaar Gaston Schoukens, volgen dat voorbeeld. Het succes van die films kan je niet los zien van onze Bourgondische levenshouding. Zij maken de acteurs Charles Janssens, Jef Bruyninckx, Co Flower, Romain Deconinck, Dora Van der Groen, Gaston Berghmans en de Woodpeckers (Jef en Cois Cassiers) wereldberoemd in Vlaanderen. De eerste vleugel van het MAVF, het Museum en Archief van de Vlaamse Film, dat is ingericht op de eerste verdieping van de voormalige priorij van Hunnegem in Geraardsbergen, schetst de ontwikkelingen tot het begin van de jaren 1960. De dood van Vanderheyden en Schoukens in 1961 betekent letterlijk het einde van de volksfilm, maar net op dat moment komt er een oplossing voor de knelpunten waarmee het Vlaamse filmbedrijf kampt. De overheid subsidieert films, het RITS leidt vakmensen op in de sector en de filmfestivals zorgen voor een ruimere erkenning en waardering.
De aankleding van het MAVF gebeurt met airtex of naadloos geprint fotobehang en permanent worden de eerste Vlaamse stille films en oorlogsjournaals geprojecteerd. Er staat een nog originele 16 mm montagetafel die werkt en verder evoceren camera’s, projectoren, affiches, folders en toegangstickets de wereld van de cinema. De kers op de taart is de nieuw ingerichte cinemazaal met 38 originele klapstoelen. Daar kunnende veertig Vlaamse volksfilms uit de periode 1920)1960 worden geprojecteerd. De collectie, die tot 2004 was ondergebracht in Leuven, heeft nu een definitief onderkomen gevonden in Geraardsbergen. Zij wordt in bruikleen afgestaan doorde vzw Het Vlaams Filmarchief en Jos Hoeyberghs.
Het MAVF wil rond Pasen volgend jaar een kamer inrichten over de natuurfilms van Marc Sleen en de weerslag daarvan op zijn stripverhalen. Het museum bezit ook de filmcamera’s van Sleen. ‘Maar de kers op de taart wordt de uitbouw van de tweede vleugel in 2019 en de derde vleugel in 2020’, zegt curator Koenraad De Wolf. ‘Die schetsen een beeld van de ontwikkelingen in de Vlaamse film gedurende de voorbije halve eeuw.’
Wegens de enorme omvang komen er, naast een vast gedeelte, jaarlijks wisselende thematentoonstellingen. ‘Die aanpak zal ons toelaten om de alle aspecten van de Vlaamse filmgeschiedenis te belichten,’ besluit De Wolf. ‘Daardoor wordt de bestaande leemte volwaardig ingevuld. Het is mijn overtuiging dat het MAVF een ruim publiek zal weten te boeien.’ Openingsweekend MAVF – Museum en Archief van de Vlaamse Film, vrijdag 24 augustus (19.00 – 22.00 uur) en zaterdag en zondag (14.00 – 18.00 uur) in de voormalige priorij Hunnegem, Gasthuisstraat 100 in Geraardsbergen.