In de periode van 3 tot en met 14 augustus gaat ‘Taalbubbels’ door, het initiatief van de stad Aalst waarbij anderstalige kinderen tijdens de zomervakantie hun Nederlands kunnen bijspijkeren. Op die manier starten ze over enkele weken het schooljaar zonder al te veel achterstand. “Corona maakt ‘Taalbubbels’ dit jaar dubbel nodig”, geeft schepen van Onderwijs en Inburgering Karim Van Overmeire (N-VA) aan. “In Aalst spreekt een groot deel van de leerlingen thuis geen Nederlands. In normale omstandigheden is de zomervakantie al een probleem: als je twee maanden lang bijna geen Nederlands spreekt, zakt het taalniveau. De moeilijke omstandigheden waarin de scholen wegens corona hebben moeten werken, komen daar dit jaar bovenop. Met ‘Taalbubbels’ helpen we overigens niet alleen de kinderen die deelnemen. Minder taalachterstand is ook goed voor de meester of juf en voor de andere kinderen in de klas.”
Dit jaar schreven zich 135 leerlingen van 20 verschillende nationaliteiten in. Zij krijgen een divers programma voorgeschoteld, uiteraard rekening houdende met alle Covid-maatregelen. Zo is er een workshop circustechnieken voor de oudste groep, gaan de jongere kinderen naar Villa Bottanica en zijn er allerhande sportactiviteiten. Dit alles wordt door 33 vrijwilligers in goede banen geleid. “Taalbubbels is maar mogelijk met de hulp van deze vrijwilligers. Een dikke dankjewel is hier dus zeker op zijn plaats.”
“Omdat we van de ouders ook een engagement verwachten, is ‘Taalbubbels’ doelbewust niet gratis”, legt schepen Van Overmeire verder uit. “Wie in Vlaanderen komt wonen, weet dat het gemeenschapsleven zich hier in het Nederlands afspeelt. Een goede taalkennis verhoogt de kansen in het onderwijs en op werk. Vlot Nederlands spreken is een essentiële voorwaarde voor integratie. ‘Taalbubbels’ is geen gratis kinderopvang, maar een hulpmiddel bij het integratieproces.”