Aalst is een scholenstad. Elke schooldag zitten er zowat 10.000 kinderen in het basisonderwijs, 10.000 scholieren in het secundair onderwijs en nog eens 3.000 jongeren in het hoger onderwijs. Dat aantal blijft groeien. Het stedelijk onderwijs heeft 13 basisscholen op een twintigtal locaties en ook nog eens twee academies. Dat zijn niet alleen heel veel leerlingen, maar ook heel veel gebouwen. “Het is niet alleen een grote uitdaging om voldoende capaciteit te voorzien,” stelt schepen van Onderwijs Karim Van Overmeire (N-VA). “Ook aan de bestaande schoolgebouwen zijn vaak herstellingen nodig. Sommige gebouwen zijn zo oud dat vervanging zich opdringt. Daarom hebben we de voorbije jaren drastisch geïnvesteerd in het stedelijk onderwijs.”
In de vorige beleidsperiode kwam er een nieuwe school in Hofstade en kreeg de Academie voor Beeldende Kunsten een nieuwe vleugel. Bovendien verhuisde de Academie voor Podiumkunsten van het Vredeplein naar Utopia. In 2021 werd de nieuwbouw van ’t Krawietelken in de Slotstraat in gebruik genomen. In datzelfde jaar werd gestart aan de nieuwbouw voor ’t Zavelken in Erembodegem. De oplevering staat gepland voor midden oktober 2022.
Er zijn nog meer investeringen gepland. In 2023 starten de werken voor de nieuwe gebouwen van ’t Ooievaarsnest aan Kerrebroek. Daarvoor keurde de Gemeenteraad eind april de procedure goed om een ontwerpteam te kunnen aanstellen. Als alles volgens plan verloopt, zullen de kleuters van ’t Ooievaarsnest tegen eind 2025 ook effectief in nieuwe gebouwen naar school kunnen gaan. Ook in de Gaston De Schepperstraat in Erembodegem zal geïnvesteerd worden in een nieuwbouwproject waarin zowel de kleuterklassen, het bibliotheekfiliaal als de academie een plek zullen vinden. Dat dossier moet in 2024 opstarten. Tot slot staat voor 2025 de start van het dossier voor een nieuwe vleugel voor ’t Meivisje in Herdersem ingepland.
“Voor scholenbouw kan de stad rekenen op subsidies vanuit Vlaanderen. We maken als stad steeds goed ons huiswerk om maximale subsidiëring te krijgen. Helaas is er een vrij lange wachttijd, soms wel tien jaar,” stelt schepen Van Overmeire. “Zelfs met de subsidies is er telkens een belangrijke bijdrage vanuit de stad nodig. Gelukkig kunnen we hier rekenen op een breed draagvlak. Alle politieke partijen begrijpen dat investeringen in het onderwijs belangrijk zijn. Het gaat om de toekomst van elk van de kinderen maar het gaat natuurlijk ook over een langetermijninvestering in de samenleving in haar geheel. De kleuters en scholieren van vandaag zijn de ingenieurs, de bouwvakkers, de verpleegsters en de IT-ers van morgen.