Het college van burgemeester en schepenen in de gemeente Denderleeuw verleende twee zeer omstandige en ongunstige adviezen aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen voor de omgevingsvergunning betreft de verdere leemontginning van de Vlamovenkouter door de firma Steenfabrieken Vandersanden NV. Dit voor enerzijds het verplichte milieurapport dat nog goedgekeurd moet worden en anderzijds de aanvraag op zich. “NV Vandersanden Steenfabrieken heeft een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen voor de leemontginning van een leemgroeve en de gedeeltelijke heropvulling”, vertelt schepen Yves De Smet. “Het bedrijf heeft een vergunning tot 2034. Nu wil het bedrijf de ontginning uitbreiden en de volledige ontginningszone maximaal benutten. Na het einde van de ontginning zou het bedrijf het gebied willen inrichten als een droge vallei met als nabestemming natuur en bebossing”.
“De voorziene gedeeltelijke opvulling en nabestemming is echter strijdig met de gewestplanbestemming die voorziet in een herstel van de landbouwkouter en niet in het ontwikkelen van een natuurgebied. Bovendien krijgen we in de plannen van het bedrijf geen enkele garantie dat deze nabestemming er effectief zal komen, de vergunningsplichtige handelingen om die te realiseren behoren namelijk niet tot de aanvraag. De nabestemming natuur past ruimtelijk en visueel ook niet binnen de bestaande landschapskouter, in deze visie worden we gesteund door Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen waaraan we zelf de plannen voorlegden. De nabestemming zou daarenboven voornamelijk gericht zijn op recreatieve doeleinden zoals een speelplein, een losloopzone voor honden, ene schuilhok, plukweides en belevingszones. Dit klinkt allemaal mooi, maar dit heeft een negatieve impact op de nu aanwezige landbouw-gerelateerde fauna en flora”, aldus schepen Andy Depetter.
“Tot slot maken we ons grote zorgen over de mobiliteitsimpact, met name tot 100 bijkomende vrachtbewegingen per dag, en stelden we vast dat het milieurapport gebrekkig is opgemaakt omdat zowel de geluidsimpact op de omgeving als de impact op de recreatieve gebruiker van de kouter niet correct is nagegaan”, besluit schepen De Smet.