Jongeren verdienen meer plaats in Aalst, aldus de lokale Groen afdeling. De partij verwijst daarmee naar het gebrek aan openbare ruimte voor kinderen en jongeren en de erbarmelijke staat van heel wat jeugdlokalen. Het zou net een prioriteit moeten zijn van de stad om te zoeken naar oplossingen. “Naar aanleiding van de Dag van de jeugdbeweging vragen we aan de stad om pro actief te zoeken naar oplossingen en niet te wachten tot de zoveelste alarmkreet” zegt Groen voorzitter Lander Wantens. Lander Wantens was net als Groen bestuurslid Ingmar Baeyens tot voor kort zelf leider van Chiro Maeva. Zij weten als geen ander dat jeugdbewegingen hun samenkomsten vaak moeten organiseren in erbarmelijke en vaak ook onveilige omstandigheden. “Wij praten veel met jongeren en het is geen uitzondering. Jonge gasten zijn soms meer bezig met lokaalproblemen dan met activiteiten organiseren voor de kinderen. Geen wonder dat ze er steeds sneller de brui aan geven of het niet zien zitten om leiding te nemen in een jeugdbeweging.”
“Het zijn volgend jaar verkiezingen en er zal de komende maanden weer heel veel worden beloofd, maar de realiteit is dat er niets gebeurt en dat honderden jongeren wekelijks samenkomen in lokalen die vaak vragen oproepen op het vlak van veiligheid en hygiëne.” Ingmar Baeyens, voormalig voorzitter van jeugdhuis Ypsilon onderschrijft het probleem. “Je hebt het gevoel dat je als jongere niet meetelt en dat je wekelijkse inzet niet wordt gewaardeerd. Toch wijst onderzoek uit dat jeugdbewegingen een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving.”
Groen vraagt dat de stad jeugdbewegingen ondersteunt om onmiddellijk naar oplossingen te zoeken. De groenen denken daarbij bijvoorbeeld aan samenwerking met scholen. “Daar is ruimte genoeg en in het weekend staan deze gebouwen leeg” vindt Wantens. “De stad kan optreden als tussenpersoon en zou een deel van de energiekosten kunnen dragen. Van de jeugdbeweging kan dan verwacht worden dat gemaakte afspraken worden nagekomen.” Als het van Groen afhangt komt er een extra jeugdwerkondersteuner die de problemen in kaart brengt en een plan opstelt om in overleg met de jongeren de problemen snel op te lossen. “Dit moet dan ook duidelijk zichtbaar zijn in de stadbegroting”, besluit Wantens.