De Hulpverleningszone van de brandweer Zuid-Oost-Vlaanderen reageert op de vele commotie die was ontstaan op de social media, waarbij men poste dat de overblijfselen van asbestdeeltjes, die waren vrijgekomen bij een brand aan een woning in Lede, nog steeds niet waren opgeruimd zoals dit zou moeten. Op 17 april 2024 om 19.51 uur werden onze diensten gealarmeerd door de noodcentrale 112 voor een brand gebouw in Lede aan de Smesweg 70. Bij aankomst stelden de hulpdiensten vast dat het inderdaad om een brand gebouw ging maar ook dat er waarschijnlijk, gelet op de leeftijd van de woning, aanwezigheid was van asbestleien op het dak.
De bluswerkzaamheden werden gestart, het dak werd vochtig gehouden en er werd geblust waar vuur door het dak kwam. Op het ogenblik van de start van het blussen was de brand nog niet door het dak gebroken en waren er ook geen hoor- of zichtbare sporen van springende leien. Tijdens de bluswerkzaamheden werden er controles uitgevoerd in de omgeving en op het dak van de naastgelegen benedenwindse woning. Er werden geen asbestdeeltjes (leien) gevonden.
Tijdens de brand vielen er wel leideeltjes naar beneden maar deze kwamen terecht op de zolder van de brandende woning. Uiteindelijk is het dak in elkaar gezakt en neergestort in de woning zonder verspreiding van leideeltjes in de omgeving. Dit werd tijdens de brand meermaals gecheckt. De bouwvallige schouw boven de parking werd na de brand afgebroken. Bij brand van een gebouw met asbesthoudende stoffen dient de brandweer een aantal stappen te zetten. Dit stappenplan is uitgewerkt door de Federale dienst van de gouverneur van Oost-Vlaanderen.
In eerste instantie moet de brandweer bepalen welke de categorie is van de asbestbrand. Bij de visuele controle op aanwezigheid van asbest werden tijdens de bluswerkzaamheden geen asbestdeeltjes gevonden buiten de brandlocatie. Deze brand werd derhalve ingedeeld in Categorie I.
Na de blus- en de nabluswerkzaamheden bleef een brandwacht ter plaatse en nadat alle brandheropflakkeringen onder controle en geblust waren, werd de site afgedekt met een waterdicht zeil om verspreiding te voorkomen, dit conform de voorschriften van OVAM.
Op dat ogenblik werd, overeenkomstig de procedure, de interventiesite overgedragen aan de gemeentelijke diensten. De milieuambtenaar van de gemeente en de burgemeester werden op de hoogte gesteld.