Ninove kent zoveel dialecten als er gehuchten en gemeentes zijn. Tot 50 jaar terug kon je aan het woordgebruik en de tongval van iemand nog horen waar hij woonde: in de Pamelstraat, op de rechteroever, in ‘t stad of in Outer of Okegem … Vandaag de dag kunnen we geen duidelijke lijnen meer trekken als het over dialect gaat; er zijn te veel invloeden van andere steden, van talen uit andere landen. Het eerste Ninoofs Dialectwoordenboek ‘Algemieën Bekoest Nienofs’ kwam uit in het jaar 2000, maar al vrij vlug werd duidelijk dat dit nog maar een begin was. De werkgroep bleef verder verzamelen, de Ninovieters brachten steeds meer en mooiere woorden aan. De lijst groeide aan tot maar liefst 5.000 woorden. Ze worden duidelijk uitgelegd met een omschrijving en regelmatig van mooie voorbeeldzinnen voorzien. Een goede benaderende schrijfwijze opstellen was geen eenvoudige zaak. In het hoofdstuk ‘spelling en grammatica’ van het boek vind je uitgebreide theoretische info. Belangrijk genoeg om te lezen zodat je de woorden kan uitspreken zoals ze dat in Ninove doen.
Maar dit dialectwoordenboek is véél meer geworden dan een klassiek woordenboek. Een dialecttaal komt pas echt tot uiting in zinnen en teksten. Als je mensen specifieke uitdrukkingen of spreuken uit hun streek hoort gebruiken, dan pas ervaar je hoe pittig en hoe levendig die taal toch wel is. Daarom werd het woordenboek uitgebreid met niet alleen meer dan 1400 uitdrukkingen maar ook met verhaaltjes, legendes, recepten, en nog heel veel meer. Een stratenplan uit de jaren ’60 – ’70 met de oude straatnamen brengt je in de sfeer van toen. Een skeun vertelselken oever ‘poeppen’, ne lange lauist mè baunomen van bakkers, bieënhauvers, … echt fauin om lezen, en euk nog een dik pak ooëtjsproken. Liekes en remkes va kinjeren … Ge lacht au van tauidj een kriek… en ‘t es toch da da me willen … af en toe isj goe lachen!