De nieuwste brochure die de stad Aalst presenteert, ‘Het belfort binnenstebuiten’, licht sinds deze week in het kantoor van de Toeristische Dienst Aalst. Met deze brochure kan elke individuele bezoeker zelf op zoek gaan naar wat dat bijzondere historische gebouw, dat sinds 1999 erkend is als Unesco-werelderfgoed, op de Grote Markt te bieden heeft. De bezoeker ontdekt dat het belfort maar een stukje is van het gebouw dat de Aalstenaars ‘belfort’ noemen. De vergaderfunctie van het schepenhuis, de bewaarfunctie van de belforttoren of de informatiefunctie van het gebiedshuisje: het komt allemaal aan bod. En er is meer, véél meer: de twee zonnewijzers, de maanbol, de stormklok, de beelden van onder meer Coecke, Diederik van Aalst en keizer Karel. De brochure leert je ook het verschil tussen laat-romaanse stijl en burgerlijke gotiek.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de binnenzijde van het gebouw. “Al te lang is belfort niet toegankelijk geweest en ik heb dat altijd betreurd”, zegt schepen van toerisme Mia De Brouwer “En dus ben ik zeer enthousiast dat naast gegidste bezoeken nu ook de individuele, misschien toevallige bezoeker al dit moois en interessants binnenin het belfort kan ontdekken”
En wat daar te zien is, is niet min: een originele waterspuwer, een oefenklavier van de beiaard, de raadszaal naar een ontwerp van onze Aalsterse en ondertussen internationaal gerenommeerde meubel- en interieurontwerpen Pieter De Bruyn (1931-1987), schilderijen van Frans Minnaert (1929-2011), het oude uurwerk dat vroeger tegen de toren hing. De bezoeker staat ook oog in oog met het indrukwekkende dakgebinte van de zolder van het schepenhuis en komt via een smalle wenteltrap tot bovenin de belforttoren, 42 meter of 136 treden boven de begane grond. “Waar jij nu loopt, patrouilleerden vroeger wachters. Net zoals de wachters op de stadsmuren en de stadspoorten, hadden zij de belangrijke taak om de bevolking te waarschuwen als er onheil dreigde” lees je in de brochure.
En op de terugweg passeert de bezoeker het kamertje met een dikke zwarte deur met zware sloten en drie grendels: de cel waarin bendeleider Jan de Lichte (1723-1748) ooit opgesloten zat. Als aanvulling op deze brochure vind je binnen, op de tweede verdieping van het schepenhuis, een aantal info-panelen met bijkomende historische informatie en allerlei leuke weetjes.
Het belfort is vanaf april voor de individuele bezoeker toegankelijk elke derde zondag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur. De toegang is gratis. De brochure kost 2 euro, en is te koop in het kantoor voor Toerisme op de Hopmarkt, in het museum en op de dagen dat het belfort geopend is, ter plaatse.