Het college van burgemeester en schepenen gaf ongunstig advies op een aanvraag voor een nieuwe windmolen in het verlengde van de Teerlingstraat aan de N45. Het college kon zich niet vinden in de voorgestelde locatie. Op een perceel gelegen in het verlengde van de Teerlingstraat, aansluitend op de N45 (expresweg) plant Engie een nieuwe windmolen. De windmolen zou een hoogte tot 183 m hebben met wieken van 150 m diameter. Aan de voet van de windmolen zou verharding, een transformator en technische installatie komen. Tijdens het openbaar onderzoek werden 5 bezwaren ingediend. Vóór de periode van het openbaar onderzoek werden ook al 14 bezwaren ingediend, maar deze zijn niet geldig omdat ze buiten het openbaar onderzoek binnen kwamen.
Het college van burgemeester en schepenen nam alle bezwaren en bekommernissen mee in haar beoordeling. Het college haalt volgende argumenten aan: Er werd niet gekozen om de windmolen op 1 lijn te zetten met de reeds bestaande windmolens ten oosten van de N45. Doordat hij geïsoleerd langs de zijde van Denderhoutem wordt opgericht, zal de windmolen een veel grotere visuele impact hebben, zeker omdat hij pal op het oosten en zuiden zal worden voorzien ten opzichte van de kern van Denderhoutem en de Iddergemsesteenweg. De windmolen werd in feite windopwaarts ten opzichte van de bestaande windmolens ingeplant, waardoor de efficiëntie van de bestaande windmolens in het gedrang komt en het nut van de nieuwe windmolen in vraag wordt gesteld.
De windmolen ligt net buiten de zoekzones voor windmolens in de bestaande strategische beleidsvisies. De windmolen komt op minder dan 350 m van de dichtstbijzijnde woningen en zal door zijn grote hoogte en grote diameter een ernstige verstoring van het landschap veroorzaken. Een groot aantal woningen van de kern van Denderhoutem komen in de slagschaduwzone te liggen. Bovendien wordt gevreesd voor geluidsoverlast. Het feit dat de windmolen op sommige momenten op een “stillere” snelheid zal draaien of helemaal zal worden stilgelegd wanneer de zon verkeerd staat, geeft voor het college aan dat er wel degelijk een impact naar slagschaduw en geluid wordt verwacht.
Op basis van deze argumenten heeft het college beslist negatief advies te verlenen aan de vergunningverlenende Vlaamse Overheid. Het college is voor duurzame energievormen, maar kan zich niet vinden in de gekozen locatie voor een zoveelste windmolen op grondgebied van Haaltert. Een inplanting langs de E40, op of aansluitend op de verschillende bedrijventerreinen in de buurt of minstens in lijn met de bestaande windmolens is ruimtelijk veel beter te verantwoorden. “Natuurlijk zijn we voorstander van hernieuwbare energie, de inplanting kan hier gewoonweg niet aanvaard worden. De nabijheid van woningen is te kort. Dit kan hinderlijk zijn voor de mensen die in de buurt wonen,” vult burgemeester Veerle Baeyens aan.
