Guido De Padt, de Geraardsbergen burgemeester, is niet te spreken over de argumentatie die Milieufront Omer Wattez (MOW), een werkgroep uit Geraardsbergen naar voor brengt om alles op de lange baan te schuiven. In een persmededeling door MOW schrijft men “Het tweede luik van ons alternatief bestaat erin om de stuwen en sluizen permanent open te zetten” – Burgemeester Guido De Padt waarschuwt voor drastische gevolgen. Indien men op een regenrivier zoals de Dender, die bijna geen brondebiet heeft, maar wel een zeer, zeer wisselend debiet heeft, – van bijna 0kubieke meter per seconde tot meer dan 100 kubieke meter per seconde bij vloedregime, – (meting aan de sluis van Dendermonde) geen stuwen voorziet, dan zou dit, mede omwille van het groot verval, enkele drastische gevolgen hebben.
1. De combinatie van groot verval enerzijds en van anderzijds heel weinig brondebiet en van een erg wisselend debiet (omwille van haar karakter van regenrivier) maakt dat de Dender zonder stuwen, ongeveer zou leeglopen in de droge periodes (zomer) én grote overstromingen zou veroorzaken in het mondingsgebied (tussen Aalst en Dendermonde) . Zonder het regulerend en ophoudend karakter van de stuwen zou bij vloedregime een grote watergolf snel kunnen afvloeien naar de monding van de Dender in de Schelde …. Waar ze bij hoogwaterstand op de Schelde …. haar Denderwater niet meer zou kunnen laten afvloeien en dus grote overstromingen zou veroorzaken. Het bestaande overstromingsgebied van Denderbellebroek, in dit mondingsgebied , zou zeker niet volstaan om een ‘vrijgelaten ‘ watermassa op te vangen. Vrije loop laten van het water staat gelijk met zware overstromingen bevorderen. De burgemeester van Dendermonde is dus bij deze gewaarschuwd.
2. De stuwen op de hoofdrivier verwijderen is ook een verdrogingsproblematiek veroorzaken en de natuur in en langs de Dender een genadeslag geven. Dat er een voldoende waterkolom in de rivier staat is ook essentieel in het kader van de strijd tegen verdroging en voor het behoud van de natuur in en om de rivier. Het water in zijrivieren en grote beken moet ook opgehouden worden opdat het maximaal zou kunnen indringen in de grond en dus ook het grondwater zou kunnen aanvullen. Dit water is ook belangrijk voor de landbouw. Als de hoofdrivier zou leeglopen in de zomer, dan loopt ook een deel van de zijrivieren leeg (die hun water afgeven aan de hoofdrivier) of gaan deze zijrivieren, net als de hoofdrivier, te weinig water bevatten zodat de temperatuur van het resterende water te hoog opwarmt en het leven in het water verdwijnt (vissen, alle waterdiertjes, macro-invertebraten, inclusief de goede bacteriën die zorgen voor het zelfreinigend vermogen van de rivier). Maar ook de planten verdwijnen.
3. Ons integraal waterbeheer waarvan de strijd tegen de overstromingen een onderdeel is, start bij het uitgangspunt dat men het regenwater maximaal moet laten indringen in de grond en dat men het gedeelte dat niet kan indringen in de grond, maximaal ophoudt , inzonderheid bij gevaar voor overstromingen. Het goed kunnen regelen van waterafvoer en –doorvoer gebeurt door stuwen en door wachtbekkens ( die werken op basis van stuwen). In plaats van stuwen op waterwegen in vraag te stellen, onderschrijft iedereen die iets afweet van modern en ecologisch waterbeheer, dit uitgangspunt.
4. De stuwen zijn er om het waterniveau overal in de rivier op een gewenst niveau te brengen en te houden. Dat niveau kan men, via de stuwen, ook verlagen of verhogen. De stuwen zijn er ook om de zeer wisselende waterdebieten op te vangen. Bij hoog debiet laat men veel water passeren, bij laag debiet zet men de stuwen op hun hoogste stand (men zet ze dicht of bijna dicht), zodat er geen of weinig water door kan en het water wordt opgehouden. Als men die regulerende werking van de stuwen niet meer zou hebben dan is er geen scheepvaart meer mogelijk op de Dender, ook niet in de zone tussen Aalst en Dendermonde, waar thans toch nog een min of meer belangrijk goederenvervoer per schip gebeurt en waar er , mits aanpassing van de vaarweg en de sluis van Denderbelle, ook belangrijke groeikansen voor de scheepvaart bestaan. In het kader van de mobiliteit toch wel een niet onbelangrijk gegeven.
In algemene termen de voornaamste impact: * Gemiddeld een lager peil in Dender en de zijlopen die ernaar afwateren: grondwaterverlaging in de Dendervallei en gevaar voor zware overstromingen aan de monding van de rivier; * Laagste peilen: ondieptes of zelfs volledige droogte, toenemende begroeiing, wijziging biotiek (vispopulaties met verminderde/drooggevallen waterkolom), verminderde stabiliteit van oevers (vooral verstevigde oevers in stadskernen), geurhinder, ongedierte (muggen/ratten), watercaptaties (Tereos, Rendac) zuigen droog, de verontreinigende impact van lozingen verhoogt.* Hoge peilen en stromingen: Naburige landerijen overstromen vaker (bij ook wegnemen van de dijken) en verliezen de huidige gebruiksfuncties, uitschuring en dynamiek holle/bolle oevers verlegt perceelsgrenzen en kan dus ook weginfrastructuur onderspoelen * Bevaarbaarheid: classificatie/functie kan niet zomaar gewijzigd worden. Dit ligt vast in decreten. * Kosten: Afbreken van huidige infrastructuur, grondverzet voor hermeanderen, studietrajecten, compensatie voor huidige gebruiksfuncties, nieuw te bouwen bescherming van bewoning, … Niet te onderschatten kosten!
Samengevat: Een volledig natuurlijke Dender inclusief de zijwaterlopen met verregaande meandering en valleiberging met moerasontwikkeling, kan baten hebben voor droogte en overstromingsrisico-beperking bij lage terugkeerperiodes. Maar de impact op ruimte, menselijke functies, kosten en ecologie zijn heel grootschalig. Een “beperkt” herstel waarbij de stuwen worden weggenomen, levert verdroging op en onvoldoende baten voor hoogwaterbeheer. In de context van de ongelijke vernieuwing van de stuwen in het Vlaamse en Waalse stuwen, is de prioritaire vernieuwing een de stuwen op Vlaams grondgebied dus van het grootste belang.
MOW draagt mijns inzien een belangrijke negatieve verantwoordelijkheid en het is dus zeer de vraag wie wie voorliegt, aldus Guido De Padt, burgemeester Geraardsbergen.