Vanaf donderdag 9 augustus 2018 mogen handelaars geen extra kosten meer aanrekenen voor elektronische betalingen met de bankkaart, via overschrijving of via domiciliëring. Dit verbod om extra kosten aan te rekenen, geldt zowel voor betalen in de winkel als voor betalen op internet. Het wordt verboden voor handelaars om een toeslag of extra kost te vragen aan de klant voor betalingen met een betaalkaart of voor betaling via overschrijving of domiciliëring. Tot nu toe kon een handelaar wel extra kosten aanrekenen, maar enkel om de werkelijke kost te dekken die hij maakte voor het aanbieden van elektronische betalingen. Hij mocht er met andere woorden geen winst op maken. Maar dat valt binnenkort weg en dus moet de consument nergens meer extra betalen omdat hij met de kaart betaalt. Deze maatregel geldt voor alle betalingen. België besliste om te kiezen voor een algemeen verbod voor de handelaar om kosten aan te rekenen voor het gebruik van alle soorten betaalinstrumenten. Voor alle transacties met debetkaarten (zoals Bancontact, Maestro, V-pay) en kredietkaarten (Mastercard, Visa, American express, Diners Club,…) mag de handelaar dan ook geen kosten meer doorrekenen aan de consument. Ook voor overschrijvingen en domiciliëringen in de SEPA-zone (de Europese Unie en enkele andere Europese landen zoals Ijsland, Noorwegen en Zwitserland) mag de handelaar geen kost meer aanrekenen.
Het algemeen verbod komt er om meer duidelijkheid te scheppen. De keuze van België om het verbod op extra kosten uit te breiden naar alle betaalinstrumenten, heeft als doel om ze allemaal gelijk te stellen. Daarnaast biedt het voor de handelaar en de consument ook duidelijkheid: een handelaar mag voor geen enkele kaartbetaling extra kosten aanrekenen. Dit verbod Geldt ook voor online betalingen. Bij online aankopen worden vaak administratieve kosten aangerekend (bijvoorbeeld bij tickets voor evenementen). Hoe kan ik zeker weten dat er zo geen kosten voor elektronisch betalen worden meegerekend?
Een handelaar moet altijd duidelijk vermelden wat er onder administratieve kosten valt. Als een consument dus extra kosten boven op het bedrag van zijn bestelling moet betalen, moet hij informatie krijgen over de redenen van de toeslag. Als het toch niet duidelijk is en je denkt dat er verborgen kosten voor betaalkaarten worden meegerekend, dan kun je altijd meer uitleg vragen aan de handelaar of het melden bij de FOD Economie. Dit Geldt ook voor overschrijvingen. Bijbetalingen via overschrijving of domiciliëring mag geen toeslag meer worden aangerekend. Opgelet: dat geldt enkel voor transacties in de SEPA-zone. Het verbod om extra kosten aan te rekenen geldt voor alle betalingen met de kaart en dus ook voor vrije beroepen, overheidsdiensten, gemeentebesturen, intercommunales en andere organisaties.
Het risico bestaat dat handelaars alleen nog cash zullen aanvaarden, maar het is weinig waarschijnlijk. De Europese Unie heeft enerzijds de kosten die een handelaar moet betalen voor het gebruik van het elektronisch betaalverkeer al beperkt. Dat had een positief effect op de kosten die een handelaar aan de consument kon doorrekenen. Anderzijds merken we eerder een omgekeerde ontwikkeling: handelaars moedigen elektronisch betalen aan omdat ze niet te veel cash in hun winkel willen om evidente veiligheidsredenen. De handelaar mag betalingen onder een bepaald bedrag met de kaart weigeren, bijvoorbeeld betalingen onder de 15 euro, maar moet dit dan duidelijk informeren. Een handelaar mag geen cash betalingen weigeren. Cashgeld is een wettelijk betaalmiddel en een consument moet hier steeds mee kunnen betalen. Cashbetalingen zijn wel beperkt tot maximaal 3.000 euro. Een handelaar mag betalen met de kaart wel aanmoedigen door bijvoorbeeld korting te geven als je met de kaart betaalt.
Als een handelaar toch nog kosten voor betalen met de kaart aanrekent, dan kun je de handelaar er gerust over aanspreken en zeggen dat dit niet wettelijk is. Hoe dan ook heb je altijd de mogelijkheid om cash te betalen. Meld het ook zeker bij de FOD Economie via meldpunt.belgie.be. Dit verbod geldt voor alle betalingen met de kaart en dus ook voor vrije beroepen, overheidsdiensten, gemeentebesturen, intercommunales en andere organisaties.