Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters werkt samen met De Vlaamse Waterweg en haar departement Mobiliteit en Openbare Werken aan een ‘Wat-als scenario’ voor extreme wateroverlast in Vlaanderen. Van 13 tot 16 juli 2021 viel een extreme hoeveelheid neerslag in het zuiden en oosten van België. Ook Limburg en Vlaams-Brabant bleven niet gespaard. “Hoewel de situatie bij ons niet zo dramatisch was als in Wallonië, is het belangrijk dat wij voorbereid zijn op dergelijke waterbommen”, aldus minister Peeters. “Zo’n extreme waterval, op zo’n korte termijn was ongezien. Ik heb dan ook de opdracht gegeven aan De Vlaamse Waterweg om samen met de diensten van het Waterbouwkundig Laboratorium een ‘wat-als scenario’ uit te werken waarbij de overstromingsrisico’s via impactanalyses en simulaties verder in kaart worden gebracht. We moeten immers klaar zijn voor de klimatologische veranderingen die op ons afkomen.”
Cijfers van De Vlaamse Waterweg tonen aan dat de Maas haar hoogste debiet bereikte sinds de start van de hydrologische metingen in 1911 (met name 3.260 kubieke meter per seconde, meer dan het water van een olympisch zwembad per seconde). Ook in het Demerbekken en in minder mate in het Netebekken en het Dijle- en Zennebekken traden er extreme rivierafvoeren en waterpeilen op. “Het is duidelijk dat we aan een ruimere ramp ontsnapt zijn. Een extreme waterbom zoals in Wallonië zou ook bij ons dramatische gevolgen hebben”, zegt minister Peeters. Om dat te voorkomen en voorbereid te zijn heeft minister Peeters het Waterbouwkundig Labo, waartoe het Hydrologisch Informatiecentrum (HIC) behoort, ingeschakeld. “De ‘wat-als’-scenario’s moeten via impactanalyses en simulaties de overstromingsrisico’s in kaart brengen en ons verder duidelijk maken of en waar er al dan niet dringende investeringen nodig zijn.”
De totale aangerichte schade, verbonden aan de overstromingen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië wordt geschat op 1,3 à 1,8 miljard euro. De extreme regen viel vooral in het Oosten van het land. Daardoor is de schade in Vlaanderen minder omvangrijk. Deze bedraagt in Vlaanderen 90 à 123 miljoen euro schade. De huidige raming van de totale schade voor De Vlaamse Waterweg bedraagt ca. 7 miljoen euro, exclusief de inzet van personeel. “Deze schade zal toegevoegd worden aan de totale schade-inventaris op nationaal niveau, die door de federale overheid in een nationale steunvraag wordt gericht aan het Europees solidariteitsfonds”, aldus minister Peeters.
Naast een opdracht voor De Vlaamse Waterweg en het Waterbouwkundig Laboratorium van het departement Mobiliteit en Openbare Werken neemt Vlaams Minister Lydia Peeters zich voor ook een (internationaal) multidisciplinair panel samen te roepen om de waterveiligheid te definiëren en adviezen te geven. “In Nederland werkte men bij wateroverlast met een multidisciplinair team rond de evaluatie van wateroverlast. Ik denk dat we hier een voorbeeld aan kunnen nemen en dit ook toepassen in Vlaanderen. We brengen daarin experten, architecten, ruimtelijke planners, milieudeskundigen, onderzoekers, e.a. samen. Daarbij zet men in op een betere afstemming met Nederland.”
De totale kost van de waterbeheersingsprojecten die voor de bevaarbare waterwegen in beheer van De Vlaamse Waterweg nog op stapel staan is geraamd op 1,3 miljard euro. Dat bedrag is quasi gelijk aan de maatschappelijke kost in Wallonië na de waterbom. Daarom is minister Peeters absolute voorstander om de historische achterstand inzake waterveiligheid en -beheersing versneld weg te werken. De belangrijkste projecten hierin zijn de verdere investeringen in de gemeenschappelijke Maas, het Sigmaplan (inclusief de Demer en de Scheldekaaien), de Dender en een aantal waterbeheersingsprojecten elders in Vlaanderen. Frieda Brepoels, voorzitter van De Vlaamse Waterweg is uitermate tevreden : “Het initiatief van de minister komt tegemoet aan de bekommernissen van de raad van bestuur en het management. De schade langs Vlaamse zijde bleef beperkt dankzij de reeds uitgevoerde investeringen. Hoewel het Maasdebiet hoger was dan ooit te voren bleven in het grootste deel van de Gemeenschappelijke Maas de hoogste waterstanden beneden de topwaterstanden van hoogwatergolven uit het verleden. Dit is zonder meer het positief gevolg van de rivierverruimingswerken die de voorbije decennia in en langs de Gemeenschappelijke Maas en Demer werden uitgevoerd. De recente wateroverlast toont echter aan dat versnelde investeringen in het verhogen van de hoogwaterveiligheid in Vlaanderen absoluut noodzakelijk zijn in het belang van maatschappij en burgers.”
Burgemeester Guido De Padt (Open VLD) is tevreden dat minister Lydia Peeters de Dender expliciet heeft vermeld als “doelwit” voor verder investeringen.
Guido De Padt (Open VLD), burgemeester van Geraardsbergen, is van oordeel dat de overstromingsgevoelige Dendervallei – van bron tot monding in de Schelde – een brede multidisciplinaire samenwerking vereist met en tussen de beheerders van waterwegen, rioleringen, hulpverleningsdiensten, provinciale diensten waterbeleid, provinciale nooddiensten, gemeentelijke noodplanningsdiensten, hulpverleningsdiensten, met aandacht voor de basisinfrastructuren (water, elektriciteit, telecommunicatie, …).
Volgens de burgemeester moet men over de verschillende gewesten, provincies en gemeenten heen een globaal structureel waterbeheersingsplan uitwerken.
Het is vier jaar geleden dat de werken aan de sluis en stuwen in het centrum van Geraardsbergen werden stilgelegd. Geen mens die dat begrijpt. Om het debiet van de Dender beter te kunnen aansturen is het dringend nodig de achterstand van de vernieuwing van de Dendersluizen op Vlaams grondgebied in te halen en hiervoor de nodige investeringen en budgetten te voorzien en werken versneld uit te voeren.
De burger kan ook een belangrijke rol spelen. De klimaatsveranderingen in het vizier moet er gestreefd worden de zelfredzaamheid en het risicobewustzijn van de burger aan te wakkeren en de middelen te voorzien tot het nemen van individuele preventieve maatregelen om huizen waterbestendig te maken, waarvoor overkoepelend de nodige initiatieven en middelen voorzien dienen te worden.
Aanvullend op de individuele gemeentelijke structuurplannen kan een gecoördineerde gewestelijke, provinciale aanpak van de structuurplannen langsheen de Dendervallei bijdragen tot een betere en/of vertraagde afvoer van hemelwater.
Guido De Padt: “Een gecoördineerde intergemeentelijke en provinciale operationele samenwerking is nodig om een werkbaar multidisciplinair waternoodplan uit te werken.