Vanuit Kallo, in de haven van Antwerpen, vertrekt eerstdaags een opvallende lading, dankzij de medewerking van baggerbedrijf Jan De Nul uit Aalst. Een ponton met daarop een enorme betonnen drempel. Eindbestemming: havengeul Nieuwpoort. Het gaat om een belangrijk onderdeel van de stormvloed-kering die het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) daar momenteel bouwt. Deze stormvloedkering zal Nieuwpoort beschermen tegen zeer zware stormvloeden. Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters kwam kijken hoe de laatste hand gelegd wordt aan de enorme drempel. 23,5 meter breed, 42,1 meter lang en vijf meter hoog, zo groot is de betonnen drempel waaraan de voorbije maanden hard is gewerkt in Kallo. Die drempel komt straks in de havengeul van Nieuwpoort te liggen, tussen de twee landhoofden van de stormvloedkering. Later zal daarin de stalen kering liggen in normale, open toestand. “De bouw van de stormvloedkering is uniek voor ons land,” vertelt minister Lydia Peeters. “Als ik hier de drempel zie liggen, is alleen al het vervoer hiervan een krachttoer te noemen. Heel wat verschillende partijen, waaronder Jan De Nul Group, werken samen om de drempel veilig op zijn eindbestemming te krijgen. Iedereen die aan dit project meewerkt, is terecht trots om een schakel te zijn in het hele proces.”
“De stormvloedkering is noodzakelijk om Nieuwpoort en het achterland te beschermen tegen overstromingen,” zegt minister Lydia Peeters. “De kusthavens zijn vandaag het meest bedreigd met overstromingsgevaar als er zware stormvloeden optreden. Ook Nieuwpoort is momenteel nog niet voorbereid op de hoge waterstanden die met zwaar stormweer gepaard kunnen gaan. Voor de bescherming van Nieuwpoort investeren we met de Vlaamse overheid 58 miljoen euro in de bouw van de stormvloedkering op de monding van de IJzer. Het bouwwerk is een van de maatregelen uit het Masterplan Kustveiligheid dat onze volledige kust moet beschermen tegen zware stormvloeden tot 2050.”
De drempel van Kallo naar Nieuwpoort krijgen is op zijn minst te vatten onder de noemer bijzonder transport. De drempel is opgebouwd op een ponton dat kan afzinken. Twee sleepboten slepen dat ponton eerst door de Schelde en vervolgens over zee tot in de haven van Oostende. Een traject dat zo’n twaalf uur duurt. Voor het vervoer over de Westerschelde en over zee werken verschillende schakels van de nautische keten nauw samen. De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) geeft toestemming voor het traject over de rivier, het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC) levert de vergunning voor het zeetraject. Zowel voor het stuk over de Schelde als het stuk op zee tot in Oostende is er een loods aan boord.
Voor dit bijzonder transport zijn vergunningen afgeleverd, waarin bepaalde veiligheidsvoorschriften staan. ij aankomst in Oostende wordt alles dat ervoor zorgt dat de drempel niet zou verschuiven of omvallen tijdens het transport (de zeevasting) verwijderd. Daarna wordt de drempel vastgehaakt aan een kraan op een tweede ponton, de Matador III. De betonnen drempel weegt ruim 4.500 ton. Te zwaar voor de Matador III om op te heffen. Wie zich de wet van Archimedes nog herinnert, weet dat een voorwerp onder water minder zwaar is om hijsen. Daarom zal het ponton afgezonken worden, zodat de drempel volledig onder water komt te zitten. De te heffen last is dan ‘maar’ 1.210 ton meer. Deze operatie duurt 16 tot 20 uur. Daarna moeten nog een aantal controles uitgevoerd worden. Dan pas is de drempel, hangend in de kraan van de Matador III, klaar voor het laatste stuk van het traject naar Nieuwpoort. Een tocht van ongeveer zes uur.
Eenmaal de drempel aankomt in de havengeul van Nieuwpoort wordt hij tussen de twee landhoofden neergelaten. Dat duurt ongeveer 1 dag. Tot slot moet de drempel nog gefixeerd worden. Hiervoor wordt de havengeul gedurende een tiental dagen volledig gestremd. Bij het hele proces in Nieuwpoort zijn duikers aanwezig om te controleren of de plaatsing goed verloopt.
Op de foto: v.l.n.r. Dirk Van Rompaey (Jan De Nul), Lydia Peeters (Minister), Benny De Sutter (Herbosch-Kiere), Nathalie Balcaen (MDK), Caroline Lootens (MDK).