De offshore installatieschepen Vole au vent en Adhémar de Saint-Venant van Jan De Nul Group hebben de Verenigde Staten verlaten na het succesvol afronden van de installatie van het proefproject Coastal Virginia Offshore Wind. Ørsted Wind Power North America LLC had Jan De Nul Group geselecteerd voor de installatie van een 12MW-offshore windmolenpark proefproject, 27 mijl voor de kust van Virginia. Het Coastal Virginia Offshore Wind-project voor de kust van Virginia, eigendom van Dominion Energy, is gebaseerd op een ontwerp van Ørsted Energy en is nog maar het tweede offshore windmolenpark in de Verenigde Staten, na de inbedrijfstelling in 2016 van het 30MW-windmolenpark op Block Island, 3 kilometer voor de kust van Rhode Island. Bovendien bevat dit windmolenpark voor de kust van Virginia de eerste offshore windturbines in Amerikaanse federale wateren.
“Dit contract is een nieuwe belangrijke mijlpaal voor Jan De Nul’s internationale expansie in de bouw van offshore windmolenparken”, vertelt Philippe Hutse, Offshore Director bij Jan De Nul Group. “Na de uitbreiding naar Azië met het nu voltooide Formosa 1 Fase 2-project en twee andere hernieuwbare energieprojecten in aanbouw in Taiwan, Changhua OWF en Formosa 2 OWF, zijn we trots dat we dit in de VS hebben kunnen voortzetten.”
Jan De Nul Group was verantwoordelijk voor het transport en de installatie van de offshore funderingen en windturbines, maar ook voor de aankoop en installatie van de erosiebescherming. Elke fundering is samengesteld uit een monopijler en een overgangsstuk. Peter De Pooter, Manager Offshore Renewables bij Jan De Nul Group: “Dit project is van groot belang voor Jan De Nul Group omdat het ons de kans biedt om samen te werken met lokale, regionale en federale overheidsagentschappen in de VS. Bovendien biedt dit project ons de mogelijkheid om ons vertrouwd te maken met de bouw van offshore windmolenparken in de Verenigde Staten.”
Voor de installatiewerken zette Jan De Nul Group het offshore jack-up installatieschip Vole au vent in. Het multipurpose-schip Adhémar de Saint Venant nam de erosiebeschermingswerken voor haar rekening.