In het kader van de Vlaamse tellingen dak- en thuisloosheid werd in de nacht van 17 op 18 oktober 2024 een grootschalige telling uitgevoerd in verschillende Vlaamse regio’s. In Aalst werkten 23 diensten samen om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie. De telling bracht aan het licht dat 322 volwassenen en 121 minderjarige kinderen geen vaste woonst hebben. Dit betekent dat ongeveer vijf op duizend Aalstenaars met dak- of thuisloosheid wordt geconfronteerd. De telling brengt een genuanceerd beeld van de problematiek. Het grootste deel van de getelde personen, bijna vier op tien, verblijft tijdelijk bij familie of vrienden. Zestien procent vindt onderdak in tijdelijke opvang of een instelling, en nog eens zestien procent verblijft in instellingen zoals psychiatrische centra of gevangenissen. Negen procent van de getelde personen leeft in nietconventionele ruimtes zoals garages, auto’s of tenten. Zeven mensen werden aangetroffen in de openbare ruimte.
“Deze cijfers zijn confronterend maar niet onverwacht,” zegt Katrien Beulens, schepen voor Sociale Zaken (N-VA).”Ze bevestigen wat onze sociale diensten dagelijks ervaren. We merken een toenemende complexiteit van hulpvragen en meer mensen met psychische kwetsbaarheid. Om deze uitdagingen aan te pakken, investeren we al jaren in een brede waaier aan initiatieven, van preventie tot structurele oplossingen.”
Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA): ‘Het is goed dat over duidelijke, want geobjectiveerde cijfers beschikken. Elke dak en/of thuisloze is er één te veel. Maar we gaan er verder mee aan de slag. Niemand mag van onze sociale radar verdwijnen. Onze radar werkt gelukkig nog goed dankzij de tomeloze inzet van onze sociale werkers en hun bevoegde schepen’.
De stad Aalst werkt nauw samen met verschillende lokale partners om dak- en thuisloosheid aan te pakken. Door de krachten te bundelen met onder meer het CAW Oost-Vlaanderen, Shelter vzw, Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen en andere organisaties, zet de stad in op een brede aanpak. “Ook wordt er ingezet op specifieke jongerenbegeleiding, straathoekwerk en mobiele geestelijke gezondheidszorg”, vult schepen Beulens aan. “De resultaten van deze eerste telling helpen om ons beleid nog gerichter af te stemmen op de noden in onze stad.”
