De cijfers van kansarmoede stijgen in Geraardsbergen zienderogen, dat meld Patrick Franceus, de voorzitter van Groen Geraardsbergen, en dat is onaanvaardbaar. Kind en Gezin publiceerde onlangs de jaarlijkse armoede-index. Deze index geeft weer hoeveel kinderen in kansarmoede leven. De cijfers hebben betrekking op 2019. Wellicht zullen de cijfers voor 2020 de hoogte in gaan omwille van de coronacrisis. Voor Groen Geraardsbergen is kansarmoede bij kinderen onaanvaardbaar. Elk kind heeft recht op een gevulde maag, degelijke huisvesting, toegankelijke gezondheidszorg, ontplooiingskansen en een veilige leefsituatie.
Cijfers spreken voor zich. De kansarmoede-index bedroeg voor de fusie Geraardsbergen 19,2% (18,1% in 2018). Hiermee neemt Geraardsbergen in Oost-Vlaanderen de 6° plaats in, na Ronse, Zelzate, Sint-Niklaas, Gent en Eeklo. Voor gans Oost-Vlaanderen bedraagt de kansarmoede-index 13,6%, voor het Vlaamse Gewest is dat 14%. De grootste kansarmoederisico zien we in het centrum van Geraardsbergen (46,1% in 2019 t.o.v. 42,7% in 2018) en Nederboelare (40,7% in 2019 t.o.v. 17,4% in 2018). In mindere mate ook in Overboelare (18,5%) en Schendelbeke (16,5%). Ondanks alle inspanningen van de stad blijven de cijfers stijgen.
Wat stelt Groen voor? Geraardsbergen heeft de verklaring tegen kinderarmoede ondertekent. Hierdoor heeft de stad zich geëngageerd om kinderarmoede te bestrijden via geïntegreerde en duurzame strategieën. Deze verklaring mag geen dode letter zijn of een engagement voor de schone schijn. Groen juicht de engagementen die de stad recent heeft genomen toe. Niettemin heeft Groen een aantal bedenkingen en aanvullende voorstellen.
Groen herhaalt zijn oproep om bij de concrete besteding van de middelen een brede waaier van partners te betrekken: het middenveld, vrijwilligersorganisaties, scholen, verenigingen waar armen het woord nemen, zorgdiensten, verantwoordelijken binnen de eerstelijnszorg en ervaringsdeskundigen. Dit is een garantie dat de middelen een duurzame bestemming krijgen.
De financiële middelen die de stad ter beschikking heeft gekregen moeten oordeelkundig besteed worden. Dit wil o.a. zeggen dat deze middelen niet per se onmiddellijk moeten opgesoupeerd worden. Voor de besteding van de bijkomende middelen voor welzijn en de socio-culturele sector moet het aspect kansarmoede een prioritair aandachtspunt zijn. Een eenvoudige verdubbeling van de voorziene subsidies is al te eenvoudig.
Onder kansarmoede moeten we een duurzame toestand verstaan waarbij mensen onvoldoende kansen krijgen om deel te hebben aan hooggewaardeerde goederen zoals onderwijs, arbeid en huisvesting. Er gebeurt dus een toetsing aan de hand van 6 criteria: maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouders, stimulatieniveau (o.a. deelname aan kleuteronderwijs en moeilijkheden bij de verzorging), de arbeidssituatie van de ouders, huisvesting en gezondheid. Wanneer een gezin zwak scoort op 3 of meer criteria spreekt men over kinderen die in kansarmoede leven.