Bezorgd over federaal politie- en veiligheidsbeleid…

Lokale politie Erpe-Mere Lede Persregio DenderDe burgemeesters van Erpe-Mere en Lede maken zich ernstig zorgen over het federaal politie- en veiligheidsbeleid, zij hebben vorige week een aangetekende brief gestuurd naar de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon. Ze formuleerden hierin ernstige bedenkingen bij de wijze waarop de lokale politie-capaciteit gedurende langere tijd wordt aangewend om veiligheidsproblemen op te lossen die in beginsel door de federale politie moeten worden aangepakt. “Door een chronisch en structureel gebrek aan mensen en middelen bij de federale politie, worden de lokale politiezones sinds meerdere maanden te pas en te onpas gebruikt om federale tekorten aan te vullen”, aldus de burgemeesters, die nu aan de alarmbel trekken. Burgemeester Hugo De Waele van de gemeente Erpe-Mere en burgemeester Roland Uyttendaele van de gemeente Lede vormen samen het politiecollege van de politiezone Erpe-Mere/Lede. Dat politiecollege, zeg maar de “raad van bestuur” van de politiezone, staat in voor het lokale veiligheidsbeleid. In hun brief aan minster Jambon melden beiden dat ze met groeiende verbazing vaststellen hoe er sinds maanden een geruisloze verschuiving plaats vindt van de (politionele) werklast van het federale naar het lokale niveau. Bovendien slaagt de federale politie er volgens hen onvoldoende in om aangegane engagementen kwalitatief én kwantitatief na te komen. Dit leidt momenteel tot ernstige mistoestanden binnen het gehele politielandschap. Hierdoor houdt de gemeentelijke overheid onvoldoende mensen en middelen over, zodat de mogelijkheden m.b.t. het lokaal veiligheidsaspect gehypothekeerd worden en onnodige risico’s worden gecreëerd.

Wie zonder kennis van zaken spreekt, zou deze problematiek uiteraard kunnen toeschrijven aan de plotse opflakkering van terroristische dreigingen en reële aanslagen. Beide burgemeesters erkennen dat een zelden geziene ontplooiing de laatste weken noodzakelijk was. Zelfs de massale inzet van federale en lokale politiemensen aan de Belgisch-Franse grens kon gedurende korte tijd op hun begrip rekenen. Ook politieambtenaren van het eigen politiekorps van Erpe-Mere/Lede werden meermaals in de buurt van Koksijde en De Panne ingezet. Het solidariteitsmechanisme dat binnen de geïntegreerde politie bestaat, wordt door burgemeesters De Waele en Uyttendaele geenszins in vraag gesteld. “Als het brandt, moet er geblust worden! Met alle mogelijke middelen’” Maar wanneer na een “steekvlam- fase” de ergste nood gelenigd is, moet elke organisatie in staat zijn terug te plooien naar een “consolidatiefase” en dus terug over te gaan tot de orde van de dag.

In hun brief klagen beide burgemeesters evenwel structurele problemen aan die reeds langere tijd sluimeren binnen de geïntegreerde politie. De aandacht van de minister van Binnenlandse Zaken wordt o.m. gevestigd op volgende anomalieën: De nationale reserve van de federale politie – De provinciale 101-meldkamer en politiedispatching – De gehypothekeerde capaciteit die de lokale zones dagelijks moeten voorzien – De financiering van de lokale politie – en een aanslepende gebrekkige recrutering door de federale politie. Het zijn slechts enkele van de meest zichtbare problemen die de burgemeesters met hun brief onder de aandacht van minister Jambon wensen te brengen, aangezien de lokale gevolgen niet min zijn. In de huidige omstandigheden moeten verschillende politieactivi- teiten worden geannuleerd, worden zowel preventieve als repressieve acties op de planning geschrapt en moet zelfs de minimale basispolitiezorg (onthaal, buurtwerking, lokale recherche,…) regelmatig worden afgebouwd!

De Waele en Uyttendaele menen vast te stellen dat de huidige “optimali- satiebeweging” binnen de federale politie herleid is tot een bizarre besparingsronde en dat geen enkel initiatief wordt genomen om personele of materiële deficieten vakkundig weg te werken. De tol van deze “reorganisatie” wordt elke dag meer zichtbaar, waardoor crisissituaties onvoldoende kunnen beantwoord worden. De geschetste vreemde vorm van éénrichtings- solidariteit (van lokaal naar federaal) heeft intussen een kritische en onaanvaardbare drempel bereikt. De aangehaalde problematiek zorgt er voor dat de politiezone Erpe-Mere/Lede in ademnood dreigt te komen en derhalve niet langer in staat is om de wettelijk voorziene gehypothekeerde capaciteit ten voordele van de federale politie permanent ter beschikking te houden. Andere politiezones dreigen trouwens vermoedelijk in hetzelfde bedje ziek te zullen worden.

Beide burgemeesters hopen via deze brief van de minister van Binnenlandse Zaken snel de nodige maatregelen te mogen vernemen die deze scheefgetrokken situatie op korte én middellange termijn kunnen verhelpen.

Deel dit bericht via:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Current ye@r *