Terwijl formateur Matthias Diependaele (minister van Onroerend Erfgoed) volop in onderhandelingen zit voor een nieuwe Vlaamse regering, heeft hij toch de nodige tijd kunnen maken om het Bavegemse frituur ’t Kotje dat rechtover de kerk staat definitief te beschermen als monument. Niet alleen de frituur is erfgoed, ook het ambachtelijke van frietjes bakken als de volledige frietbeleving zijn erkend als immaterieel erfgoed.
In iedere gemeente en/of stad in Vlaanderen is er wel een frituur te bespeuren. “Wij als Vlamingen zijn letterlijk en figuurlijk verzot aan onze frituren. Heel wat gezinnen hebben wel een vaste dag in de week om langs te gaan naar hun favoriete frituur. Het is gewoon een traditie die wij enorm levend houden”, begint minister Diependaele zijn verhaal. “Onze frituren zijn eigenlijk niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Of dit nu in een gemeente of stad is, de frituren zin een vaste waarde in onze samenleving”.
Vorig jaar waren er in totaal 2642 frituren in Vlaanderen. Omdat er zoveel waren rees het idee bij minister Diependaele om de oudste en vooral de authentieke frituren in Vlaanderen te beschermen. Hiermee werd een oproep gelanceerd en er melden zich niet minder dan 75 frituren om beschermd te kunnen worden als monument. Zowel de lokale gemeentebesturen, eigenaars als bezoekers van frituren konden hun favoriete en meest geschikte kandidaat naar voren schuiven. Op het departement Onroerend Erfgoed werd een grondig onderzoek uitgevoerd en beschermde minister Diependaele drie frituren. Zo werd het ’t Kotje uit deelgemeente Bavegem definitief beschermd monument.
(Foto: GC)