Gisterenvoormiddag werden in Mechelen de resultaten voorgesteld van de Stadsmonitor 2014. Aalst scoort op een aantal vlakken beduidend beter dan bij de vorige bevraging in 2011. De stadsmonitor peilt naar de evolutie en de leefbaarheid in de 13 centrumsteden van Vlaanderen. Tussen 22 april en 27 mei 2014 werden over 80 verschillende thema’s van de 13 centrumsteden ouder dan 16 jaar bevraagd. Dit is een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse regering.
De Aalstenaar is fier op zijn stad. Dit gevoel van fierheid is ook toegenomen tegenover drie jaar geleden. In 2011 was 55,8% van de Aalstenaars fier op zijn stad, nu is dat 69,8%. De burger heeft ook meer vertrouwen in het stadsbestuur dan in 2011. Dit cijfer stijgt van 15,9% naar 26,4%. De Aalstenaar is honkvast. De intentie om binnen de vijf jaar te verhuizen ligt op 22 % en is lager dan in de meeste andere centrumsteden. Als men wil verhuizen dan is dat naar een andere buurt in de stad en minder naar een andere stad of gemeente. Dat is goed nieuws voor Aalst. Statistisch gezien zijn het vooral de min 35-jarigen die verhuizen en net die doelgroep zien de lokale besturen niet graag vertrekken. Aalst wil graag nog meer jonge gezinnen aantrekken naar de stad en zet hier ook op in. De cijfers tonen aan dat het aantal ontevredenen over buurt en stad relatief beperkt is. De stadsmonitor is hier heel formeel: “In de meeste steden is er een lichte terugval van de tevredenheid over buurt en stad, met uitzondering van Aalst.”
In de 13 centrumsteden heeft één op twee inwoners een positieve indruk van de netheid in zijn stad. Markant is dat in Aalst en Turnhout de tevredenheid over de netheid van de stad gestegen is ten opzichte van 2011, in de andere steden is dat niet het geval. Een zeer positieve evolutie is de tevredenheid van de Aalstenaars over de staat van de wegen, fiets- en voetpaden. Over de staat van de wegen is 35,9% van de Aalstenaars tevreden, dat is bijna tien procent meer dan in 2011. De tevredenheid over de staat van fiets- en voetpaden is op drie jaar met bijna vijf procent gestegen naar 30%.
In Aalst heeft 95% van de ondervraagden een auto. Onaangepaste snelheid wekt bij de stadsbewoners in heel Vlaanderen nog steeds de meeste ergernis op, het aandeel is in de meeste steden evenwel licht gedaald. Aalst scoort in 2014 hierin niet goed. Het is dus al uitkijken naar nieuwe cijfers om de resultaten te zien van de vele snelheidscontroles die er het laatste jaar werden georganiseerd. Verkeersveiligheid aan scholen kan ook veel beter en het fietsvriendelijk karakter in de buurt van scholen kan ook hoger. Het cultuur en vrijetijdsaanbod blijft toenemen, de tevredenheid is doorgaans hoog maar neemt wel af. Aalst scoort hier opvallend laag. De tevredenheid over het cultuuraanbod in Aalst daalt van 71,4 in 2011 naar 66,8% in 2014. Dat heeft niet zozeer te maken met de inhoud, maar met de beperkte capaciteit aan zalen waar een cultuuractiviteit kan worden georganiseerd. De Werf is bijvoorbeeld steeds uitverkocht, de vraag is duidelijk groter dan het aanbod. De Aalstenaar blijkt niet zo sportief. 38,7% doet regelmatig aan sport, maar dat is minder dan in de andere centrumsteden. De tevredenheid over het aanbod van sportvoorzieningen is 67.5%, voor recreatievoorzieningen is dat 57.6 %. Deze cijfers zijn lager dan in andere centrumsteden. Daaruit blijkt dat er in Aalst een duidelijke behoefte is aan meer sportinfrastructuur. De bouw van een multifunctioneel sportcomplex op de site Schotte moet hierop een antwoord bieden.
Slechts 32,8% van de Aalstenaars staat positief tegenover diversiteit. De openheid tegenover andere culturen is licht toegenomen, maar Aalst blijft hier achterop bengelen. Positief is wel dat de Aalstenaar meer vertrouwen heeft in zijn buurt. De beoordeling van sociale integratie in de buurt gestegen is van 56,3% naar 57,8%. De Aalstenaar voelt zich ook betrokken bij zijn buurt en wijk. De deelname aan buurtactiviteiten stijgt merkelijk (van 21,5 in 2011 naar 25,7 in 2014) al blijft Aalst daar onder de gemiddelden maar net met de focus vanuit gebiedsgerichte werking is al een inhaalbeweging gestart. Het is een mooie opstap om de goede gang van zaken op te volgen en een aanzet om zelf actief iets te doen en mee te willen werken aan stedelijke problemen op buurtniveau.
In alle centrumsteden van Vlaanderen neemt het onveiligheidsgevoel toe. In Aalst stijgt dit van 10% naar 12.7%. Aalst toont terecht aan dat ze een shoppingstad is. Baanwinkels scoren in vergelijking met buurtwinkels en winkels in het stadscentrum minder goed. 75% koopt wel eens in een baanwinkel, dat is het laagste cijfer van alle centrumsteden.
Het aantal Aalstenaars dat vindt dat het stadsbestuur de inwoners voldoende consulteert is gestegen van 19,4% naar 23,7%. 57,6% voelt zich voldoende geïnformeerd over de activiteiten, dienstverlening en beslissingen in en door de stad. Aalst scoort hier beter dan het Vlaamse gemiddelde. Lees de stadsmonitor op www.stadsmonitor.be.