Aalsters schepen van Financiën Matthias De Ridder (N-VA) heeft op de gemeenteraad van juni de jaarrekening 2021 en een 5de aanpassing van het meerjarenplan voorgesteld. Daaruit blijkt dat de stad de coronacrisis goed is doorgekomen en verder blijft investeren in Aalst. De stad blijft verder investeren en laat belastingen ongewijzigd in moeilijke tijden.
Aalsters schepen van Financiën Matthias De Ridder (N-VA) heeft op de gemeenteraad van juni de jaarrekening 2021 en een 5de aanpassing van het meerjarenplan voorgesteld. Daaruit blijkt dat de stad de coronacrisis goed is doorgekomen en verder blijft investeren in Aalst. De Ridder is tevreden: “Ik ben blij dat – ondanks de steun die we als stad geboden hebben voor onze lokale economie, verenigingen en kwetsbare groepen en ondanks de vele acties in het kader van de volksgezondheid ten tijde van corona – we toch met positieve cijfers kunnen komen. Zonder aan de belastingen te raken: dat is niet niks, zeker gelet op de investeringen die we zijn blijven doen. Ook voor de komende jaren ziet het er goed uit, al moeten we waakzaam blijven.”
De bouw van het nieuwe zwembad Aquatopia, de aanleg van de nieuwe fietstunnel onder de Moorselbaan, de renovatie van de Sint-Martinuskerk, de nieuwbouw van de school Krawietelken, … Het zijn maar enkele van de diverse investeringsprojecten die de stad heeft uitgevoerd in 2021. De stad investeerde in totaal 25 miljoen euro in verschillende projecten in het stadscentrum en de deelgemeenten.
De Ridder geeft uitleg: “Ondanks de moeilijkheden die corona heeft gecreëerd voor bouwwerken, halen we toch een mooi investeringsniveau, met belangrijke projecten in diverse domeinen. Desondanks is de schuld van de stad slechts met 3 miljoen euro gestegen dankzij een gezond financieel beleid. We moesten amper gaan lenen omdat we voldoende overschotten op onze werking realiseren. Daardoor kunnen we verder bouwen aan onze stad, zonder de belastingen te verhogen.”
Ook in het kader van de 5de aanpassing van het meerjarenplan worden een aantal bijkomende accenten gelegd. Er worden extra middelen uitgetrokken voor mensen die het moeilijk krijgen, er wordt verder werk gemaakt van kwalitatieve schoolgebouwen en er gaat extra geld naar de politie voor meer veiligheid. Daarnaast wordt ook de stad getroffen door de energiecrisis en de hoge inflatie, waardoor er extra middelen moeten voorzien worden om de energiefactuur te betalen.
“Helaas blijft ook de stad niet gespaard van de historische inflatie. We moeten aanzienlijk meer middelen voor elektriciteit en gas voorzien, net als iedereen. We blijven echter niet blind voor wat dat betekent voor de Aalstenaar en trekken meer middelen uit voor de Sociale Dienst om wie het moeilijk krijgt te kunnen ondersteunen. Broodnodige investeringen in scholen en veiligheid gaan we opdrijven. Voorlopig is onze begroting solide genoeg om dit allemaal op te vangen zonder al te veel schulden en zonder belastingen te verhogen. We blijven de evolutie van de inflatie, en de impact daarvan op onze financiën, wel van nabij opvolgen,” geeft De Ridder mee.
En dat die begroting solide is, bewijzen de cijfers. Uit de rekening van 2021 blijkt dat de autofinancieringsmarge (het evenwicht op lange termijn) zo maar eventjes 24 miljoen euro bedraagt. Ook voor de komende jaren ziet het er voorlopig goed uit. “Dat is zeker belangrijk in deze tijden: op een moment dat de lokale economie stabiliteit en ondersteuning vanuit het bestuur nodig heeft, kunnen wij dat bieden. Elders wordt er nu soms gemorreld aan investeringen of belastingen, op een moment dat gezinnen en bedrijven het al moeilijk hebben. VVSG geeft aan dat zomaar eventjes 2 op de 3 lokale besturen in Vlaanderen in problemen komen door de hoge inflatie. In Aalst is dat zeker niet zo”, sluit De Ridder af.